Doorgaan naar artikel

‘In Nederland is ruimte voor alle sectoren’

Carin van Huët is de nieuwe directeur Food & Agri van Rabobank. Zii volgt in die functie Ruud Huirne op. De land- en tuinbouw zit in een overgangsfase naar meer duurzaamheid, dat is onderdeel van het kredietbeleid van de bank.

De enorme stijging van de vraag naar voedsel in de wereld biedt kansen voor de Nederlandse land- en tuinbouw. Tegelijkertijd zijn er grote uitdagingen zoals klimaat en biodiversiteit. De Nederlandse land- en tuinbouw moet en gaat veranderen en daar wil Rabobank een flinke rol in spelen. “We staan aan het begin van een nieuwe episode”, volgens Carin van Huët, directeur Food & Agri van Rabobank.

Opvolger van Ruud Huirne

Haar voorganger Ruud Huirne was de laatste jaren als vertegenwoordiger van de grootste financier van de Nederlandse land- en tuinbouw betrokken bij elke grote verandering in de sector. Die rol zal Huët ook vervullen: “Dat zijn we verplicht als grootste Food & Agri-bank. We hebben de positie en kennis om verbindingen te leggen in Nederland en andere landen. We hebben ook een rol op het gebied van duurzaamheid en die verantwoordelijkheid nemen we ook.”

Carin van Huët (50) is directeur Food & Agri bij Rabobank. Sinds maart 2018 was ze hoofd Sectormanagement. Daarvoor had ze diverse directiefuncties bij lokale Rabobanken en kringbesturen. Van Huët is afkomstig van een melkveebedrijf en heeft een economische tuinbouwstudie gedaan aan Wageningen UR. - Foto: Herbert Wiggerman

Carin van Huët (50) is directeur Food & Agri bij Rabobank. Sinds maart 2018 was ze hoofd Sectormanagement. Daarvoor had ze diverse directiefuncties bij lokale Rabobanken en kringbesturen. Van Huët is afkomstig van een melkveebedrijf en heeft een economische tuinbouwstudie gedaan aan Wageningen UR. – Foto: Herbert Wiggerman

Aanjagen van de wereldproductie en duurzaamheid, gaat dat wel samen?

“Nederland gaat niet de hele wereld voeden, maar we hebben wel heel veel kennis en kunde. Dat zit in de sector, maar ook bij ons als bank. We zijn actief in Nederland, maar ook in Australië, Zuid-Amerika en Afrika. De vraagstukken zijn daar soms heel anders dan in ons eigen land. Daarin kunnen we wel als Rabobank een rol spelen.”

Gaan we dan naar kennisexport in plaats van export van landbouwproducten?

“Beide. De vraag is nu of we de huidige productie kunnen volhouden terwijl er allerlei eisen op tafel liggen. We zijn op zoek naar het antwoord op eisen van de toekomst. Dat kan betekenen minder produceren in Nederland, maar ook dan zal er nog steeds een flinke productie blijven. We moeten naar duurzame sectoren met een eerlijke prijs voor de boer. Voor de beoordeling van duurzaamheid hanteren we een duurzaamheidsmatrix met elementen als CO2, asbest, energie en diverse keurmerken.”

Er is al een heel woud aan keurmerken. Betekent dat ook bovenwettelijke eisen van de bank?

“Ja, daar worden we strenger in. Overigens net als andere bedrijven dat ook doen. Dat is een lastige kwestie. We gaan natuurlijk geen voorwaarden stellen die haaks staan op eisen van afnemers zoals zuivelfabrieken en andere verwerkers van producten en afnemers als veilingen. De ondernemer kijkt natuurlijk wel naar zijn verdienmodel. Duurzaamheid hoort daarbij, maar het moet wel passen.”

Wat is dan een eerlijke prijs?

“Dat blijft lastig om aan te geven. Maar wat mij betreft is het een zodanige prijs voor producten dat boeren en tuinders een gezond inkomen hebben, waarbij ze zowel aan hun verplichtingen kunnen voldoen en kunnen investeren in een duurzame ontwikkeling van hun bedrijf. Boeren en tuinders redeneren nu te vaak noodgedwongen vanuit krapte en dat doen ze al jaren overigens. Schaalvergroting was altijd de uitweg om een boterham te verdienen en het heeft de sector en de economie veel opgeleverd. Maar we staan nu voor een omslag.”

Schaalvergroting op zich is niet verkeerd, als het maar duurzaam is

Schaalvergroting heeft voor Rabobank afgedaan?

Even nadenkend … “Laat ik zeggen dat het lastiger wordt. Het vergt steeds meer kapitaal en het wordt steeds zwaarder om een bedrijf over te nemen. Ik ben er van overtuigd dat er minder bedrijven gaan komen. Er wordt anders tegen opvolging aangekeken en ondernemers veranderen. Het gaat om veel geld en emotie tussen ouders, opvolgers en andere kinderen. Ook ondernemingsvormen veranderen. Familiestichtingen kunnen soms een oplossing zijn om familiekapitaal en exploitatie te scheiden. Ondernemers vormen maatschappen om zo bedrijven te combineren en gezamenlijk te kunnen investeren in verduurzaming. Wat blijft zijn de lage marges ten opzichte van het geld dat een bedrijf waard is. Schaalvergroting op zich is niet verkeerd, als het maar duurzaam is.”

Houden jullie die regierol?

“Volmondig ja, we hebben een positie en kennis en die gebruiken we ook. We gaan nu regionaal aan de slag met het Food Forward-programma. Dat is een mooie gelegenheid om te kijken wat beter kan en welke mogelijkheden er daarvoor nu al zijn in een regio. Ondernemers, overheden en consumenten kunnen allemaal meedoen. We nodigen uit en mensen kunnen zich aanmelden. Boeren kunnen daar zelf een rol in spelen en gelijk afspraken maken met andere partijen.”


Lees verder onder de video van Rabobank over de weg naar een duurzame voedselproductie en -consumptie.

Over schaalvergroting en duurzaamheid wordt verschillend gedacht in de landen waar jullie actief zijn. Hanteren jullie wel overal dezelfde normen?

“Dat is zekere een lastige discussie. Wettelijk eisen zijn de basis en daar leggen we onze eigen duurzaamheidseisen overheen. Dat is een bepaalde basis die per land kan verschillen. Hier is CO2 meer een onderwerp, in Australië speelt het inspelen op droogte veel meer een rol. Algemene eisen zijn overal gelijk en we hanteren dezelfde eisen voor dierenwelzijn. Dat kan betekenen dat onze normen soms zwaarder zijn dan de eisen die een land zelf stelt.”

We sluiten niet uit dat wij in het uiterste geval stoppen met financieren van bedrijven

De veehouderij en landbouw in het algemeen krijgt nogal eens kritiek, bijvoorbeeld op het gebied van gewasbescherming en dierenwelzijn. In hoeverre speelt dat een rol in beslissingen over wel of niet financieren?

“De huidige land- en tuinbouw is een enorm succes, zeker volgens de doelen en trends van toen. En daar is wat mij betreft te weinig waardering voor. Maar er zijn ook incidenten geweest en die zullen er opnieuw komen. Daarbij moeten de feiten wel duidelijk zijn, maar we sluiten niet uit dat in het uiterste geval wij stoppen met financieren van bedrijven. Het is duidelijk dat incidenten ook op ons afstralen als grootste financier, ook al zijn wij niet de ondernemer. Consumenten kunnen zelf kiezen en dat doen sommigen ook, die gaan voor vleesvervangers. Wij maken wel onze eigen keuzes. Bedrijven die alleen maar gaan voor ‘massa is kassa’ hoeven niet bij ons aan te kloppen voor een nieuwe financiering. We zeggen geen financiering op van bestaande bedrijven, zeg ik er dan maar even bij. Maar het kan wel betekenen dat voor een uitbreiding extra eisen worden gesteld.”

Wie alleen gaat voor massa is kassa hoeft niet bij ons aan te kloppen

Waarom niet duurzame bedrijven belonen?

“Dat is een ander traject waar we ook mee bezig zijn samen met andere partijen in de keten. Bijvoorbeeld via de biodiversiteitsmonitor in de zuivel die uiteindelijk een plus op de melkprijs oplevert en we werken aan een systeem om rentekorting te geven voor boeren die extra inspanningen leveren voor natuur. De sectoren moeten wel de tijd krijgen om te kunnen voldoen aan CO2-reductie bijvoorbeeld via nieuwe producten en verdienmodellen. Consumenten hebben ook een rol, bijvoorbeeld in het terugdringen van verspilling. De vraag moet zijn: Heb ik meer over voor duurzaam eten?

Waar we nu mee bezig zijn is het ontwikkelen van een pakket op basis waarvan we financiering verlenen. Dat begint met het stellen van normen bijvoorbeeld op het gebied van dierenwelzijn, energielabel, asbest, mestafvoer en verantwoorde bemesting en sluiten van kringlopen. Dan pas kun je gaan kijken in hoeverre je voordeel gaat verlenen aan bedrijven die goed scoren.”

Wat levert het dan op voor de boer, moet die transitie naar duurzaamheid niet uit de markt komen?

“Ja, eigenlijk wel maar dat gaat gewoonweg niet snel genoeg. Daarom gaan we nu ook starten met het programma Food Forward. Wij maken met onze kennis een analyse per regio. Wat zijn de kansen en wat zijn de knelpunten en hoe zijn die op te lossen. We gaan er meer partijen bijhalen en daar kunnen boeren hun voordeel mee doen.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin