Doorgaan naar artikel

Curator Mathieu Souren kent de mores van de tuinbouw

Mathieu Souren heeft als curator opzienbarende tuinbouwzaken behandeld, zoals nu het failliete teeltbedrijf Capsicum waar hij zelf een teler aanstelde. De tuinbouw heeft een informele manier van zakendoen en dat kan werken, ziet hij, maar het heeft ook risico’s. Wie is deze curator met uitgesproken mening en openhartige rol bij faillissementen?  

Als curator Mathieu Souren zegt: “Ondernemen is een gelegitimeerde manier van oplichten” en “ik ben van het conflictmodel”, dan klinkt dat ferm. Het komt uit de mond van een curator met veertig jaar ervaring en grote zaken in de tuinbouw. Hij kent valkuilen voor de tuinbouwketen na faillissementen van zowel handelsbedrijven Van Rijn en Quality Queen, en recenter de spraakmakende zaak rond het grote teeltbedrijf Capsicum.  

Souren noemt zichzelf eigenlijk heel goedgelovig, niet per se hard. “Ik ga op mijn gevoel af, er is misschien een tijd geweest dat ik sarcastisch werd van alles wat ik tegenkwam, maar daar schiet je niets mee op.” Want risico’s kunnen nu eenmaal leiden tot faillissement. “En ondernemers weten dat de mooiste bloemen bloeien aan de rand van de afgrond. Daar bleven failliete bedrijven wel eens te lang in hangen.” Dat grijze gebied intrigeert hem duidelijk. In zijn faillissementsverslagen beschrijft hij dat bloemrijk.

Interesse vanuit afzet in kassen Capsicum

Souren heeft zich nu vastgebeten in het faillissement van komkommer- en paprikabedrijf Capsicum BV met twee locaties in Made en Steenbergen. Grote bedrijven uit de afzet meldden zich al bij hem. Ze willen de kassen kopen. “Dit bewijst wel dat er een tekort is aan kassen in Nederland, of te veel geld. Deze grote partijen willen eigenlijk het stuk in de keten van deze locaties overnemen.”

Na handelsbedrijven Van Rijn en Quality Queen is Souren nu dus actief met de afwikkeling van het faillissement van een teeltbedrijf. Dat is nieuw voor de boerenzoon. “Ik ben wel onder de indruk geraakt van de verdiencapaciteit van tuinbouwondernemers. Ze kunnen met energiehandel veel verdienen, maar lopen ook grote risico’s. Je kunt er dan nog wel van mening over verschillen hoe duurzaam dat allemaal is.“

Vertrouwde teler in de kassen gezet

Het bedrijf Capsicum BV werd in 2022 failliet verklaard na hoog opgelopen energieschulden. Die schuld bedraagt meer dan € 20 miljoen. Het energiebedrijf Powerhouse vroeg vervolgens faillissement aan. Vlak voor het faillissement werden op de kassen echter hypotheken verstrekt door gelieerde partijen, waaronder een partij in Dubai.

Souren vond als curator ‘een voor de tuinbouw zeer ongebruikelijke constructie’. Hij probeert hypotheken te vernietigen in een gerechtelijke procedure, net als de pacht. Daar boekte Souren recent succes. De pacht is door de rechter genegeerd, omdat deze mondeling was afgesloten en tegen een niet-marktconforme prijs. De curator heeft daarop de tuinen in bezit genomen. Een grote stap vooruit voor Souren, omdat er nu inkomsten komen voor de boedel, namelijk de uitbetaalprijs voor groenten.

De curator koos er vervolgens voor een vertrouwde teler te betrekken bij de teelt in deze kassen. Deze neemt ook een deel van de risico’s op zich. “Ik kan nu niet aankomen bij een energieleverancier voor een gascontract. Die vraagt onderpand. Met deze teler was ik in contact gekomen en had er een goed gevoel bij.” De paprika’s en komkommers worden afgezet via een Nederlandse afzetorganisatie.

Op het handelsplatform is in korte tijd 200 keer ingelogd

Nu de curator inkomsten heeft, zou hij de schuld aan Powerhouse daaruit kunnen betalen als de zaak lang sleept? Nee, zegt Souren. De begrote opbrengst is daarvoor te laag. Het doel is de kassen te verkopen, maar dan moet het zeker zijn dat er geen pacht en liefst geen hypotheek meer op rust. Souren wil dat doen ‘zo snel als mogelijk, tegen zo laag mogelijke kosten en tegen een redelijke opbrengst.’

De vraag is ook wat van de claim van Powerhouse uiteindelijk overblijft. De oud-telers stellen dat de energieleverancier de zorgplicht niet is nagekomen door het bedrijf niet tijdig in te lichten over de mismatch in energiecontracten. Souren weet niet of dat klopt. “Op het handelsplatform is in korte tijd 200 keer ingelogd, er was een gerenommeerde adviespartij bij betrokken.”

Bank was netjes afgelost

Zonder nu te diep in te gaan op deze complexe zaak, wat is de les van dit bijzondere faillissement? Souren: “Dat het ongelooflijke toch waar kan zijn. Het bezit lijkt immers groter dan de vordering van € 20 miljoen. De bank was van te voren netjes afgelost. Waarom betaal je dan niet of procedeer je niet tegen Powerhouse?“ Souren kent het antwoord wel. “Het is je gelijk halen op een praktische manier: je betaalt niet en gaat wel de strijd met de curator aan. Maar dat verlies je altijd. Die is niet persoonlijk betrokken en heeft de tijd. De meeste tuinders zitten echter niet in deze situatie. Je kunt pech hebben, maar zoek het dan niet in een faillissement om te kijken waar de curator mee komt.”

Tegelijk ziet hij ook een andere korte weg uit deze kwestie. “Dat is een deal met de broers, de oud-telers. Dan hoeven we niet te procederen en zijn we in een halfjaar klaar.” De boedelopbrengst is dan misschien niet maximaal, maar mogelijk valt te schikken met Powerhouse dat zich overigens terugtrekt uit de tuinbouw.

Teler niet anders dan leverancier kledingzaak

Eind vorig jaar rondde Souren het faillissement af van Quality Queen. In 2021 diende telersvereniging Best of Four nog een vordering in van € 2,2 miljoen voor geleverde vruchtgroenten die nooit betaald zijn. Ze vangen bot, terwijl Rabobank volledig uitgekeerd werd. Knaagt dat niet aan het rechtsvaardigheidsgevoel? Souren: “Nee, waarom is een teler anders dan een leverancier van een kledingzaak? In het geval van Quality Queen zijn enorme risico’s gelopen. Er is sprake van tekortschietende taakvervulling door de bestuurder. Die heeft de opbrengsten uit de kassen opgekocht tegen een vaste prijs, ongeacht hoeveel er van af zou komen. Dan gaf hij ook een vaste prijs af aan supermarkten en moest zo bijkopen op de dagmarkt. Dat was gedoemd te mislukken.”

Bij handelsbedrijf Van Rijn speelde inkoopmacht van supermarkten ook een rol bij het faillissement. Is dat een rode draad? “Indirect kun je zeggen dat bij Quality Queen het bestuur de oren te veel heeft laten hangen naar supermarkten, maar dat je risico’s bij leveranciers neerlegt, is op zich normaal.”

In het geval van Quality Queen zijn enorme risico’s gelopen

Informele manier zakendoen in glastuinbouw

Wat wel een rode draad is, is de informele manier van zaken doen in de glastuinbouw. Veel mondelinge afspraken en vertrouwen. “Dat is echt atypisch. Normaal is dat je alles vastlegt en elkaar dan in de haren vliegt over wat er staat. De informele manier van zaken doen in de glastuinbouw geeft aanleiding tot minder conflicten, het is gericht op behoud van relaties. Als ik dan word ingehuurd om te handelen, wekt dat bij mij verbazing op.”

Als banken erbij betrokken zijn, gaat het vaak anders. Ook in de zaak van Quality Queen kwam de curator keihard in aanvaring met Rabobank. Banken zijn meestal een soort natuurlijke tegenstander van de curator, weet Souren. “Toen ik binnen kwam bij Van Rijn zaten bestuurders en juristen van Van Rijn en Rabobank op een rij. Na 5 minuten had ik al een conflict. Banken gaan als een olifant op de activa zitten, ik heb weinig tijd om te handelen, dus ik ben van het conflictmodel.”

Onder die tijdsdruk zijn niet alle besluiten van een curator even raak. Dat erkent ook Souren. “In het geval van handelsbedrijf Van Rijn was er een groot belang in uitbreidingsgrond van bedrijventerrein ABC. Vastgoed was in die tijd niets waard en een curator is natuurlijk niet om te ondernemen, maar die gigantische waardestijging nadien had ik destijds niet voorzien. Zo eerlijk ben ik wel.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin