Jonge glastuinders hebben minder vaak een bestuursfunctie dan hun collega-agrariërs, twijfelen meer over de overname en zijn minder sterk betrokken bij besluitvorming op het bedrijf.
Gezinsarbeid speelt bovendien een kleinere rol. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Agrarische jongeren: ambitieus en veelzijdig’ van het Landbouweconomisch Instituut LEI. Veel van die zaken zijn te verklaren door de ontwikkeling van glastuinbouwbedrijven.
De onderzoekers deden het onderzoek in opdracht en onder leden van jonge boerenorganisatie NAJK. Hoewel de onderzoeksgroep niet groot is (25 glastuinders deden mee aan het onderzoek op een totale groep van 220 respondenten), lijkt de glastuinbouw anders te scoren dan bijvoorbeeld akkerbouw. De jonge glastuinders hebben minder vaak een bestuursfunctie (36 procent tegen 50 tot 70 procent in andere sectoren als akkerbouw) en werken minder vaak buiten het bedrijf.
Besluitvorming
Ook voor betrokkenheid bij bedrijfsvoering is de glastuinbouw een uitzondering. Bij dit bedrijfstype is nog niet de helft van het aantal jongeren sterk of volledig betrokken bij de besluitvorming. Dit kan te maken hebben met het type management op deze bedrijven, waarbij veel mensen worden aangestuurd en waarbij het management vaak ook uit niet-familieleden bestaat.
Het LEI meldt ook dat de gezinsarbeid als percentage in de totale arbeidsinzet in de glastuinbouw op 15 procent ligt tegen 72 procent in de intensieve veehouderij.
Agrarische jongeren die lid zijn van het NAJK zijn ambitieus: zo’n 85 procent van de jongeren wil het bedrijf overnemen of is daar al mee bezig en bijna de helft van de jongeren heeft een hbo- of universitaire opleiding gevolgd. Ook voor glastuinbouw ligt het overnamepercentage lager.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht