Doorgaan naar artikel

Dit kun je doen als het knettert tussen vader en zoon

De generaties kijken vaak verschillend naar het bedrijf. Angsten daarover kunnen irritaties en ruzie geven. Daar is wat aan te doen.

De meeste agrarische bedrijven zijn gezinsbedrijven en dat blijkt een krachtige formule. Niet alleen is gezinsarbeid goedkoop, het samen runnen van een boerderij verstrekt ook nog eens de band van de gezinsleden. Omgekeerd werkt het ook; de sterke band van de gezinsleden maakt ook het bedrijf sterker. Maar wat de kracht is van deze dynamiek, is tegelijk ook de valkuil. Ruzies en irritaties liggen op de loer en kunnen een bom leggen onder de succesformule.

Waarom krijgt de opvolger zoveel meer geld dan de rest?

Hoe kan het dat juist mensen die elkaar zo nabij zijn, toch zo verstrikt kunnen raken in ruzies? Daar is veel onderzoek naar gedaan. Een belangrijke oorzaak is een gebrek aan communicatie over de verschillende ideeën en verwachtingen die er zijn. Moet de oudste wel het bedrijf overnemen? En waarom krijgt de opvolger zoveel meer geld dan de rest? Moet er personeel komen of niet? Een neventak? Schakelen we om naar biologisch? De lijst kan eindeloos lang zijn. Als er geen overeenstemming is over richting en aanpak, vormt dat makkelijk een voedingsbodem voor conflicten.

Angsten van de overdrager

Dat die overeenstemming er heel vaak niet is, merken agrarische coaches en adviseurs alle dagen. Vooral tussen opvolger en overdrager kan het flink knetteren. Terwijl de opvolger trekt aan de teugels vindt de overdrager het moeilijk om ze te laten vieren. Angst speelt hierbij een rol. Angst dat de overdrager zelf er straks niet meer toe doet, angst dat de kinderen onderling ruzie krijgen, angst dat de opvolger het net zo moeilijk of moeilijker zal krijgen dan zijzelf, angst dat hij of zij het verknalt en ga zo maar door.

Oudere generatie leeft om te werken, jongeren doen het liever andersom

Dat de verschillende generaties andere opvattingen en ideeën hebben, is van alle tijden. Joyce Onderwater, docent psychologie aan de Universiteit Utrecht, deed er uitgebreid onderzoek naar. Zij signaleerde dat de oudere generatie meer werkt vanuit een helikopterview, met overzicht over het geheel. Vanuit die positie nemen ze meer de tijd voor werkzaamheden en beslissingen. De jonge generatie werkt juist liever snel en efficiënt met inzet van innovaties en met oog voor de balans werk en privé. Meer dan hun voorgangers willen zij ook vrije tijd. Terwijl de oudere generatie juist leeft om te werken, doen de jongeren het liever andersom. Dat wringt bij de ouderen die zijn opgegroeid met de overtuiging dat een boer nooit met vakantie kan, hooguit een dagje weg maar voor melkenstijd weer terug.

Lees verder onder het kader

Partner opvolger

Niet zelden krijgt de partner van de opvolger de schuld van ontstane irritaties. Aanwijzingen hiervoor vond Renate Klijnstra in een onderzoek voor haar studie culturele en sociologische antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze interviewde tientallen Friese boeren en boerinnen van verschillende leeftijden. Daar kwam uit naar voren dat de vrouwen vaak van buiten komen. Ze brengen nieuwe ideeën mee zoals het belang van privéruimte en een professionele communicatie. Ze zijn vaak de aanjagers van aparte kantines en wekelijkse vergaderingen, terwijl het werk tot dan toe altijd aan de keukentafel werd besproken. Omdat de vrouwen vaak niet van boerenkomaf zijn, vreest de oudere generatie dat ze het bedrijf niet op de eerste plek zetten. Iets wat zijzelf en hun partners die wél van boerenkomaf waren, wel deden.

Opvolger niet afremmen

De oudere generatie is zich vaak niet bewust van hun angsten over dit alles. Gevoelens herkennen en benoemen, is meestal niet iets dat ze geleerd hebben. En dus komt hun angst op een andere manier naar buiten: door de opvolger af te remmen. Dat is echter niet in het belang van de onderlinge verhoudingen en ook niet in het belang van het bedrijf.

Het oplossen van wrevel en irritaties tussen de generaties begint met het herkennen en erkennen van de eigen angsten en overtuigingen. De volgende stap is om ze bespreekbaar te maken. Hoe eng en confronterend soms ook, het moet wel. Als de overdrager niet praat, zal er niets veranderen simpelweg omdat de opvolger dan de onderliggende oorzaak van de irritaties niet weet.
Wie niet weet hoe dit alles aan te pakken, kan professionele hulp inschakelen. Coaches die gespecialiseerd zijn in de landbouw kunnen helpen het gesprek op gang te krijgen waarbij behoud van de onderlinge relatie bovenaan staat. Want dat was en is juist de kracht van het gezinsbedrijf.

Lees ook: ‘Als er ruzie in de tent is’

Share this

Afbeelding
Margreet Welink

redacteur boerenleven

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin