Doorgaan naar artikel

Glastuinder legt zichzelf torenhoge ambities op

Volgens LTO Glaskracht zijn kassen over 20 jaar klimaatneutraal en zo goed als emissieloos. Mits de overheid niet hindert maar helpt.

Waar ooit John F. Kennedy met de ambitie om een man op de maan te zetten zijn land van nóg meer vooruitgangsdrang voorzag, daar droomt de Nederlandse glastuinbouw van mensen op Mars. En daarin zit méér dan een bijrol voor de Nederlandse glastuinbouw.

In het boek ‘Voorwaarts Mars, over de circulaire kas als kans voor de toekomst’, geschreven door Nico van Ruiten, oud-voorzitter van LTO Glaskracht, reiken de ambities van de tuinders daadwerkelijk tot in de ruimte. Het vooruitgangsgeloof van de Nederlandse glastuinbouw is in het boek aanstekelijk verwoord en aantrekkelijk in beeld gebracht voor een breder publiek dan alleen de eigen achterban.

“Wij zien het als onze taak ervoor te zorgen dat onze leden over 20 jaar nog steeds een license to produce hebben”, zegt Glaskracht-directeur Ruud Paauwe. “De maatschappij, het publiek én de politiek, moet ervan overtuigd zijn en blijven dat de Nederlandse glastuinbouw niet een veroorzaker van problemen is, maar juist een sector die oplossingen voortbrengt voor wereldwijde kwesties. Kwesties als het klimaat, het wereldvoedselvraagstuk en het behoud van gezondheid en welbevinden in een snel technologiserende en verstedelijkende samenleving.”

Heel concreet zijn die ambities samengevat in visiedocumenten voor de vier kernthema’s van LTO Glaskracht: energie, plantgezondheid, water en arbeid. Op die vier pijlers bouwt Glaskracht nu een beeld van hoe de glastuinbouw in 2040 eruitziet. Met veel minder tuinders, misschien nog maar 300 glasgroentetelers, maar technisch met sprongen vooruit.

Glastuinbouw in 2040: veel minder tuinders, misschien nog maar 300 glasgroentetelers, maar technisch met sprongen vooruit

Bovendien is de glastuinbouw dan klimaatneutraal, na een voortvarend doorgezette energietransitie. Nagenoeg zonder emissies naar de omgeving en residu op de producten, met een breed ingezet systeem van geïntegreerd plaagmanagement en vergaand hergebruik van water. De sector heeft dan het imago een goede en aantrekkelijke werkgever te zijn voor relatief hoog opgeleide werknemers en met ver doorgevoerde inzet van robotisering en automatisering.

Ook als werkgever mag de naam en faam van de glastuinbouw naar een hoger niveau. - Foto: Fred Libochant

Ook als werkgever mag de naam en faam van de glastuinbouw naar een hoger niveau. – Foto: Fred Libochant

Programma Verantwoorde Glastuinbouw

De naam van het programma dat naar dat wensbeeld toewerkt, is overigens betrekkelijk braaf: Verantwoorde Glastuinbouw. Programmanager is Geert van Oosterhout. Hij schetst hoe het vanaf nu verder gaat. “We hebben al met veel leden gepraat. Voor het boek, maar vooral ook om de visiedocumenten te redigeren tot een én uitdagend én haalbaar eindresultaat. Dat was een spel van veel ondernemers en bedrijven, jong en oud, klein en groot. Daar gaan we mee door, want we gaan nu in dialoog met alle leden. Daarvoor gaan onze netwerkcoördinatoren in gesprek met de landelijke gewascommissies. Niet om te zeggen jullie moeten dit en jullie moeten dat, maar er samen over eens worden: wat gaan we hier nu echt mee doen?”

Paauwe zet de keuze maar even op scherp. “Wil je aan de bal zijn? Of wil je als speelbal heen en weer worden geschopt? Over onze inzet om niet pas in 2050 maar al in 2040 klimaatneutraal te zijn, is best gesteggeld. Dat moet eruit. Laten we ons ook geen illusies maken. Over 20 jaar zal er nog wel fossiele energie beschikbaar zijn, maar níét voor tuinders en huishoudens.”

Plantgezondheid aanpakken

In de gesprekken met de telers kwam naar voren dat plantgezondheid als het meest knellende thema wordt gezien. Paauwe: “De inzet van alle partijen zou moeten zijn dat we niet aan het einde willen bestrijden, maar aan het begin van de rit de plant sterk en weerbaar willen maken. Maar die strategie kan alleen succesvol zijn als er aan het einde wél een medicijnkastje staat met correctiemiddelen. Dat pakket mag niet te smal worden, want dan dreigt het risico van resistentie en ziekten en plagen waartegen überhaupt geen middel meer is toegelaten.”

‘Middelenpakket mag niet te smal worden, want dan dreigt het risico van resistentie en ziekten en plagen waartegen überhaupt geen middel meer is toegelaten’

Glaskracht heeft vorige week de formerende politieke partijen al een brandbrief gestuurd waarin aandacht wordt gevraagd voor de stagnerende toelating van groene middelen. “Voor chemische correctiemiddelen loopt de harmonisatie binnen de EU achter en is er geen gelijk speelveld voor Nederlandse telers. Voor groene middelen loopt de EU als geheel achter op de rest van de wereld.”

Sluiting waterkringlopen

Bij het noemen van chemische middelen benadrukt Glaskracht de voorwaarde dat die middelen ‘absoluut niet in het oppervlaktewater terechtkomen’. De ambitie is volledige sluiting van de waterkringlopen, waardoor emissie ook van meststoffen tot nagenoeg nul wordt beperkt. Die ambitie kent zelf echter ook weer een voorwaarde naar de overheid, namelijk dat de mogelijkheid om grondwater te onttrekken en zo nodig te ontzouten met retourneren van concentraat in de ondergrond behouden moet blijven als er geen reële alternatieven beschikbaar zijn om aan goed gietwater te komen.

Een op zich voor alle partijen aantrekkelijk alternatief ís er overigens wel: met voldoende opslagcapaciteit kan het overtollig regenwater van bedrijventerreinen en woonwijken dat anders tot wateroverlast zou leiden, beschikbaar komen als gietwater voor de glastuinbouw. Deze ontwikkeling moet nog wel praktijkrijp worden en is niet iets dat de tuinbouw zelf kan realiseren.

Benodigde overheidssteun: € 95 miljoen per jaar

Het aantrekkelijkste thema is energie. Met de stappen die de glastuinbouw al heeft gezet sinds het begin van de eeuw oogst de sector lof bij publiek en politiek. Vóór het einde van het jaar moeten alle EU-lidstaten hun klimaatplannen voor 2030 indienen. De rol die de glastuinbouw in de Nederlandse plannen kan spelen zijn – alweer – ambitieus. Van gas naar warmte. Maar de overheid moet bijspringen. De huidige energiemarkt kan zo niet blijven functioneren. De CO2-voorziening van de kassen moet gegarandeerd zijn. Co-financiering van het onderzoeksprogramma Kas Als Energiebron (KAE) en van de sectorspecifieke stimuleringsmaatregelen MEI en EHG en realisatie van distributienetten in warmteclusters zal de overheid jaarlijks € 20 miljoen kosten.

“We snappen dat de industrie ook zo’n wensenlijstje heeft”, zegt Glaskracht-energiedeskundige Rob van der Valk. “Maar de glastuinbouw heeft als enige sector alles technisch al te koop; ook al hebben we het nog niet helemaal optimaal in de vingers qua uitvoering. Daar komt KAE dan weer bij kijken. Nog een groot voordeel is dat wij – anders dan de industrie – tussen nu en 20 jaar nog een keer alle kassen zullen vernieuwen.”

Voor het doorzetten van die herstructurering naar nieuwe energiezuinige en klimaatneutrale kasssen zal per jaar nog eens € 75 miljoen aan overheidsondersteuning nodig zijn, meldt het Glaskracht-visiedocument energie.


Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin