Doorgaan naar artikel

Boven elke discussie verheven: milieufootprint komt er

De sierteelt kon eerder deze maand het glas al heffen: een Europees erkende milieu-impactstandaard is een feit. De groente- en fruitsector heeft ook zo’n PECFR in de steigers staan. Dat zal voor de teler extra registratiewerk betekenen. Maar daar staat tegenover dat er een onbetwistbare duurzaamheidsscore uit komt rollen.

Een oude marketingwaarheid luidt: be good and tell it. Maar alleen maar vertellen dat je je goed gedraagt is allang niet meer genoeg. Je moet het ook kunnen bewijzen. Be good and prove it. En dat bewijs moet waterdicht zijn, want voor je het weet, heb je een beschuldiging aan je broek van greenwashing: roepen dat je duurzaam werkt, terwijl je in werkelijkheid nog op allerlei manieren de planeet aan het ondermijnen bent.

Voor zulk waterdicht bewijs, dat ook internationaal erkend wordt, staat nu de PEFCR voor groenten en fruit op stapel. De afkorting staat voor Product Environmental Footprint Category Rules. Het zijn de rekenregels die we in heel de Europese Unie gaan hanteren om te komen tot een duurzaamheidsscore van een tomaat, een prei of een blauwe bes.

Zo’n 350 verschillende certificeringen

Hoe fijn dat is? “Kijk naar voedselveiligheid”, vergelijkt directeur Public Affairs Richard Schouten van GroentenFruit Huis. “Daar zijn gestandaardiseerde regels voor. Aan welke afnemer je ook levert in welk land dan ook, GlobalGap geldt als de norm. Op duurzaamheid is zo’n standaard er nog niet.”

Je onderscheiden met je eigen duurzaamheidsbeleid zorgt ervoor dat er in Europa nu zo’n 350 verschillende certificeringen zijn, waarvan zestig voor groenten en fruit. Met allemaal een net wat andere combinatie en weging van de verschillende factoren, die voor een grotere of kleinere voetafdruk zorgen. En het zijn niet alleen de afnemers van het product die hun eisen stellen aan de telers. Ook banken, overheden en maatschappelijke organisaties nemen producenten en hun producten de maat, met telkens hun eigen criteria.

Met één maat meten

Om ervoor te zorgen dat er niet met twee, drie of vier (of zestig) verschillende maten wordt gemeten, nam GroentenFruit Huis samen met ondermeer Royal Floraholland, Rabobank en ABN Amro en Wageningen UR al in 2018 het initiatief voor de Hortifootprint. Maar met alleen Nederlandse partijen heb je dus ook alleen een Nederlandse standaard. In de sierteelt legt zo’n Nederlandse standaard flink wat gewicht in de schaal wat resulteerde in de ontwikkeling van een Europese standaard, de FloriPEFCR. In de wereld van groenten en fruit was er wat meer tijd en overreding nodig om ook de collega-ondernemers in andere landen van het nut van zo’n standaard te overtuigen.

“Vijf jaar geleden hebben we de duurzaamheidsstandaard voor het eerst in de Europese ketenorganisatie Freshfel aangekaart. Daarin is zo’n 80% van de Europese groente- en fruitketen vertegenwoordigd. Dus ruim voldoende om een Europese PEFCR voor de hele keten te laten gelden.” Maar aanvankelijk was er dus nog geen overeenstemming binnen Freshfel. Wat vanuit Nederlands perspectief als logisch wordt gezien, wordt niet automatisch herkend in andere landen. Dat het er nu wel van aan het komen is, heeft alles te maken met de Green Deal Farm to Fork van toen nog Eurocommissaris Frans Timmermans. Kunnen aantonen dat je als sector en als keten aan de Brusselse doelstellingen voldoet, is sinds die Green Deal wel een voor iedereen helder gemeenschappelijk belang, aldus Schouten.

Meer data registreren

Maar dan ben je er nog niet zomaar. Ook al is er met de Nederlandse Hortifootprint dan wel het nodige voorwerk gedaan. En wat uiteraard ook helpt, is het feit dat telers nu ook al heel veel data moeten vastleggen om aan hun afnemer of naar de overheid door te geven. “Dat zal voor wel 70% de basis kunnen zijn van wat er nodig is om een goede PEFCR-berekening te kunnen maken”, denkt Nikki Hulzebos, programmamanager duurzaamheid en certificering bij GroentenFruit Huis. Bij verschillende telersverenigingen zijn ze overigens al een stuk verder dan die 70%. Daar zijn de leden al langer in de weer om hun data volledig volgens de toekomstige Europese PEFCR-standaard te registreren.

Wanneer die PEFCR voor groenten en fruit ook écht de Europese erkende standaard is, dat is nog afwachten. Hulzebos: “Daar moet de Europese Commissie haar goedkeuring aan hangen en die hebben het ook druk met allerlei andere standaarden, voor bier, wijn, diervoeder, batterijen, schoeisel en kleiding en tot voor kort ook met de PEFCR voor de sierteelt.” De hoop is dat volgend jaar om deze tijd de ontwikkeling van de methode afgerond is en we dan zicht hebben op officiële erkenning, waarna het in alle EU-landen geïmplementeerd kan gaan worden en geborgd in certificeringen.

Sierteelt op voorsprong

Die sierteeltstandaard werd eerder in gang gezet en is sinds kort een feit. De FloriPEFCR dient als leidraad om de milieu-impact van snijbloemen en potplanten te meten aan de hand van zestien milieu-indicatoren (zoals klimaatverandering uitgedrukt in CO2-equivalenten, watergebruik en toxiciteit). Dat resulteert in een zogeheten single score. Dat is een som van alle genormaliseerde en gewogen cijfers die een product heeft gescoord in elk van de impactcategorieën. Dus, voortbouwend op alle individuele berekeningen van elke impactcategorie, wordt één cijfer verkregen dat de totale milieu-impact van een product uitdrukt. Zo is de totale milieu-impact van verschillende producten te vergelijken.

Het gaat dus veel verder dan de aloude carbon footprint, die onlangs weer is afgestoft door Albert Heijn. ‘s lands grootste supermarkt introduceerde vorige week een score in kilo’s CO2e. Waarbij de ‘e’ staat voor equivalenten. Dat wil zeggen dat ook de andere broeikasgassen worden meegerekend. AH begint met een aantal huismerkproducten, zoals zalm en bijvoorbeeld ook de eigen vleesvervangers van huismerk Terra.

Een score in kilo CO2e kan reliëf krijgen als een moot zalm is te vergelijken met een vleesvervanger of een bloemkool. Bron: AH Een score in kilo CO2e kan reliëf krijgen als een moot zalm is te vergelijken met een vleesvervanger of een bloemkool. Bron: AH

Duurzaamheidsdirecteur Constantijn Ninck Blok erkent dat het voor groenten en fruit een stuk ingewikkelder is om zo’n CO2e-berekening te maken, omdat herkomsten van de verschillende producten vaker wisselen: Spaans of Nederlands product hebben een andere impact, maar ook de ene of de andere teler of telersvereniging binnen een land kan met een eigen werkwijze een andere score halen.

AH kiest één impactgebied

En dan heeft AH er nog voor gekozen om – anders dan voor de Europese PEF-richtlijn, die zestien verschillende milieu-impactgebieden specificeert – uitsluitend de klimaatimpact te berekenen en vermelden. Hoe dat kan worden uitgebreid naar straks wél de volledige PEFCR voor groenten en fruit, dat wordt nu dus voorgedaan in de sierteelt.

“Als bedrijven zich dus willen voorbereiden op de toekomst, dan gebruiken zij FloriPEFCR voor het berekenen van de footprint van hun producten, ook nu dat nog niet verplicht is”, stelt Jeroen Oudheusden, executive officer Floriculture Sustainability Initiative (FSI). Drie tools die footprintberekeningen uitvoeren, hebben al enige bekendheid in de sierteeltsector. Het verst gevorderd is de Flori Footprint Tool van Greenhouse Sustainability. Hun berekening is altijd uitgegaan van de (voorlopige) versie van de FloriPEFCR. De HortiFootprint Calculator van MPS en LetsGrow.com is tegen de zomer volledig FloriPEFCR-normconform.

De Rabobank blijft de komende jaren de duurzaamheidsprestaties op gebied van CO2 inzichtelijk maken. Dat doet ze samen met Blonk Sustainability. Deze leverancier van levenscyclusanalyses was ook al de partner die AH terzijde stond bij het berekenen van hun CO2e-scores. Maar er zijn nog veel meer soortgelijke bedrijven, zoals PRé sustainability en Ecochain.

Concurrentie tussen deze bedrijven zorgt vaak voor een betere prijsstelling. Maar bij een een goed werkende tool voor een milieufootprint draait het om meer dan alleen om geld. “Het gaat om betrouwbaarheid, inzicht en gemak om de footprint te bepalen”, stelt Arne Bac, sectormanager tuinbouw Rabobank. “Het borgen van de kwaliteit is een must. De uitkomst van de footprint mag tenslotte niet ter discussie komen te staan.”

Doorgaans zeggen milieufootprints meer over de milieu-impact van producten dan een milieukeurmerk, vindt Bac. Bestaande keurmerken zijn niet gebaseerd op een milieu-impactberekening en minder compleet. Zij verwachten dan ook dat een milieufootprint de standaard wordt ten opzichte van een veelheid aan milieukeurmerken.

Groene claims

Met FloriPEFCR heeft de sierteeltsector nu al de ook door de groente- en fruitsector gewenste standaard om groene claims op waarde te kunnen schatten. “Het zou fantastisch zijn als onterechte claims hiermee kunnen worden voorkomen, maar zover zijn we nog niet. Door een brede implementatie van FloriPEFCR in de sector wordt de kans op onterechte groene claims hopelijk wel kleiner”, zegt Oudheusden.

Wat helpt, is dat EU-wetgeving in de maak is die voorschrijft dat alleen via EU-rekenregels voor footprints straks claims mogelijk zijn qua reductieprestatie en productclaims. Groene claims blijven echter lastig volgens Bac. “We moeten ook nog leren de uitkomst te gaan interpreteren. De footprint van een roos of tulp ligt ver uit elkaar. Hoe weeg je dergelijke uitkomsten? Of moet je gaan wegen tussen bijvoorbeeld rozenkwekers onderling of import versus NL-product. We hebben met elkaar ook nog veel te leren op dit vlak.”

Medeauteur: Peter van Leth

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin