Je kunt ongelooflijk ziek worden van je eten. Onzichtbare micro-organismen zijn er de oorzaak van.
Het overkwam mij drie weken geleden na (ik vermoed sterk) het eten van een bakje gesneden mango en bedorven papaya uit een supermarkt. Nu, na drie weken, heb ik een goedmaak boodschappenpakket gekregen en een afpoeierbrief van de NVWA, maar niemand heeft echt iets met de melding gedaan. Hoe kan dat? Hoe serieus nemen instanties meldingen van voedselvergiftigingen. Het lijken bedrijfsongelukjes die er nu eenmaal bijhoren. Niet zeuren, dooreten!
batchnummers
De verpakking van het gesneden fruit had ik nog, de batchnummers dus ook. Afgeprijsd, dat moet gezegd. De houdbaarheidsdatum was echter niet verstreken. Door een vreemde smaak heb ik de helft maar opgegeten.
Na een dag ziekte, belde ik de servicelijn van de supermarkt. Een dame nam mijn gegevens op, de batchnummers en liet weten dat een boodschappenpakket klaar stond voor me. “Ik hoef geen pakket, ik wil weten waarvan ik ziek ben geworden”, zei ik nog. Maar ik hoefde niet te rekenen op een antwoord. De fabrikant werd op de hoogte gebracht en er zou nog een monster kunnen zijn van die partij, maar het resultaat wordt niet terug gekoppeld. Wel maakte ze mij attent op de mogelijkheid de NVWA te bellen met de melding. Dus dat deed ik.
Vermoeid
Een vermoeide reactie van de ambtenaar volgde. Voordat hij de batchnummers opnam, zei hij dat het eigenlijk een kansloze melding was. Er zou geen actie op volgen, zei hij. Er had nog niemand anders gebeld over papaya, dus de inspecteur zal het er bij laten zitten. Toch vroeg ik hem het circus in gang te zetten. ‘Ehec is immers ook ergens begonnen’, zei ik.
Twee weken later kreeg ik een brief van de NVWA. Dat was een afpoeierbrief. Er zou nooit een relatie gelegd kunnen worden tussen mijn klachten en het product. Ook stelde de NVWA dat de tijdsduur tussen het eten van een product en het daadwerkelijk ziek worden kan variëren van enkele uren tot enkele weken. De relatie met de papaya is dus onzeker, stelde de ambtenaar.
Het meisje van de servicedesk in de winkel in het Oosten van het land was nog het meest open over de zaak, toen ik het pakket toch ophaalde. “Vorige week was het warmer, het is waarschijnlijk dat de koeling daar nog niet op ingesteld was. En we gooien niet graag iets weg”, zei ze. Dat was nog het beste antwoord dat ik heb gehad.
Mijn les: bellen met de supermarkt heeft alleen zin als je een gratis boodschappenpakket wil. De NVWA bel ik helemaal niet meer. De cijfers over voedselvergiftiging in Nederland vertrouw ik niet meer na deze ervaring.