Het aanhouden van grotere aantallen en verschillende soorten bestuivers kan de productie in de teelt van blauwe bes flink stijgen. De diversiteit –niet alleen honingbijen en hommels, maar ook wilde bijen als de metselbij – is daarbij belangrijk. Dat concludeert het Louis Bolk Instituut uit een onderzoek bij Limburgse bessentelers.
Het Louis Bolk Instituut (LBI) heeft het onderzoek uitgevoerd op vijf locaties, waarbij de effecten van het inzetten van verschillende bestuivers vergeleken werden. Ook is gekeken naar verschillen tussen natuurlijke bestuiving en optimale bestuiving met de hand. Bedrijven missen tot 30% opbrengst (zo’n 4 tot 5 ton per ha) door suboptimale bestuiving. “Een brede mix van bestuivers, waaronder wilde bijen, is dus belangrijk”, aldus onderzoeker Willemijn Cuijpers. In het blauwe bessenras Liberty blijft de productie zo’n 80% achter als er geen bestuivers aanwezig zijn.