Doorgaan naar artikel

Overheid verleidt teler tot meer duurzaamheid

De Milieu-investeringsaftrek (MIA) heeft dit jaar de volwassen leeftijd van 21 jaar bereikt. Met de jaarlijks ververste lijsten van fiscaal aftrekbare investeringen maakt de overheid het voor ondernemers financieel aantrekkelijk om voor duurzamer en duurzaamst te gaan. De iets jongere Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) werkt net zo. De regelingen blijven onverminderd populair, in alle tuinbouwsectoren. Al wordt de glastuinbouw er langzaamaan te groot voor.

Lange tijd waren voor fruitteeltbedrijf Van Driel in Geldermalsen hagelnetten niet in beeld. Ruim tien jaar hadden ze geen hagelschade van betekenis maar in 2020 was het goed raak. Liefst drie hagelbuien trokken over het bedrijf waarvan de bui van begin juni verreweg de meeste schade gaf. De fruittelers hadden geen hagelverzekering, waardoor de financiële impact van de zware hagelschade groot was. “Ik was in één klap overtuigd van de klimaatverandering en de toegenomen kans op hagel”, zegt fruitteler Wilfred van Driel. “We besloten om elke nieuwe aanplant voortaan van hagelnetten te voorzien.”

Voor de investering hebben hij en zijn broer Jeroen gebruikgemaakt van de MIA\Vamil-regeling. Daardoor kon een groot deel van de investering in één keer fiscaal worden afgetrokken. Bij de Vamil mag je 75% willekeurig afschrijven (dus in één keer, maar je mag dat ook later doen). “Vóór het hageljaar hadden we als maatschap enkele goede jaren. Ook in het verhagelde jaar viel de omzet uiteindelijk niet helemaal tegen. De extra aftrekpost kwam daarom erg gelegen.”

Fruitteler Wilfred van Driel is blij met het fiscale voordeel van MIA/Vamil voor zijn zonnepanelen en koelinstallatie. - Foto: Herbert Wiggerman

Fruitteler Wilfred van Driel is blij met het fiscale voordeel van MIA/Vamil voor zijn zonnepanelen en koelinstallatie. – Foto: Herbert Wiggerman

Glastuinbouw grootverbruiker

Sinds 2000 krijgen ondernemers in alle denkbare branches zeer aantrekkelijke fiscale voordelen als ze investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen. Voor komend jaar zijn de aftrekpercentages voor de Milieu-Investeringsaftrek (MIA) bepaald op 27%, 36% of 45% van het investeringsbedrag, al naar gelang de vooruitstrevendheid van de betreffende investering.

De tuinbouw hoort al van meet af aan bij de sectoren die zich voluit op deze regelingen hebben gestort. In 2003 meldde de gehele land- en tuinbouw € 1,1 miljard aan investeringen aan voor aftrek en willekeurige afschrijving. Glastuinders waren goed voor niet minder dan € 773 miljoen.

Dat tamelijk duizelingwekkende bedrag werd veroorzaakt doordat de in 1998 geïntroduceerde Groen Label Kas (GLK) integraal op de MIA-lijst kwam te staan. Die extra milieuvriendelijke kas volgde in het kielzog van de Groen Label Stal en werd een zo grote hype dat de kassen de stallen ver inhaalden, waar het ging om het totale investeringsbedrag.

Er is inmiddels een veel kleiner budget voor de MIA beschikbaar dan in de begintijd van de regeling, dit jaar € 114 miljoen en in 2022 € 144 miljoen. Het budget van de Eia-regeling blijft onveranderd staan op € 149 miljoen. Maar de laatste jaren is sowieso die absolute dominantie van glastuinbouw als grootverbruiker van de MIA/Vamil verleden tijd. Dat komt door de in 2016 in werking getreden aftopping voor landbouwbedrijven. Volgens de Europese staatssteunregels mag een landbouwbedrijf maximaal € 500.000 staatssteun per investeringsproject ontvangen. Dat gaat dus niet om het investeringsbedrag, maar om het genoten fiscale voordeel.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft het maximale investeringsbedrag dat in aanmerking komt voor MIA\Vamil sindsdien vastgesteld op € 4 miljoen per kas. Maar ook wanneer een glastuinbouwbedrijf niet over dat bedrag heen gaat, kan de opgetelde staatssteun toch op de grens van dat half miljoen stuiten. Want ook zaken als het rentevoordeel van groenfinanciering en een andere subsidies die betrekking hebben op hetzelfde investeringsproject tellen mee, zoals subsidie via de subsidieregeling Energie-efficientie en hernieuwbare energie glastuinbouw (EHG). De regeling Energie-investeringsaftrek (EIA) telt overigens weer níet mee. Waar EHG en EIA overlap hebben, zoals voordeel bij aanschaf van een tweede energiescherm of ledlampen, kan het dus slim zijn die voor EIA aan te melden.

Glastuinders nog steeds dol op MIA

Groen Label Kassen waren in 2020 nog steeds goed voor een derde van de voor Mia\Vamil aangemelde investeringen binnen het thema Voedselvoorziening en Landbouwproductie. GLK+ staat voor Groen Label Kassen voor biologische teelt of teelt volgens PlanetProof. Dit laatste keurmerk valt volgend jaar af als reden voor een hoger aftrekpercentage. De categorieën Duurzame varkensstallen en Duurzame stallen met weidegang zijn de nieuwe versies van de aloude Groen Label Stallen. De categorie Spuitmachines heet voluit Spuitmachines voor plaatsspecifieke toediening met doponafhankelijke aansturing. De in totaal aangemelde € 493 miljoen kwam in 2020 neer op € 30 miljoen netto fiscaal voordeel. In totaal meldde heel Nederland over alle thema’s € 2,8 miljard aan milieu-investeringen aan. Dat leverde een netto fiscaal voordeel op van € 90 miljoen.

Handjevol MIA/Vamil-aanmeldingen voor Groen Label Kas

“Jaren geleden hadden we wel zestig tot tachtig nieuwbouwprojecten in de glastuinbouw, die we als Groen Label Kas voor de MIA/Vamil aanmeldden”, zegt Marianne van der Spek van Flynth Adviseurs en Accountants. Nu is dat aantal veel minder. Het aantal is teruggelopen, omdat over het geheel genomen minder nieuw wordt gebouwd. En ook doordat de lat voor de GLK-certificering van een kas systematisch hoger wordt gelegd: die aanscherping moet ervoor zorgen dat alleen de duurzaamste 15% voor dit label in aanmerking komt.

De overheid stimuleert vooral datgene wat voor ondernemers zonder die stimulans onrendabel is

Want dat is en blijft hét criterium voor zowel de GLK als voor MIA/Vamil – en trouwens ook voor de in de glastuinbouw ook al jaren populaire Energie-Investeringsaftrek: de overheid stimuleert vooral datgene wat voor ondernemers zonder die stimulans onrendabel is. Bij de bedrijfsmiddelen die nog wel op de jaarlijks herziene Milieulijst of Energielijst komen te staan, gelden dan weer hogere of lagere aftrek- of afschrijvingspercentages afhankelijk van de hogere of lagere milieuwinst die ermee wordt behaald.

Van der Spek: “Tot vorig jaar gold voor een Groen Label Kas die geschikt was voor een PlanetProof-teelt nog 36% Mia en 75% Vamil. Maar PlanetProof is sinds dit jaar geen reden meer voor extra aftrek en afschrijving. PlanetProof is gangbaar geworden, vindt de overheid, dat hoeft niet meer extra gestimuleerd te worden.”

Populaire investeringen die in de loop der jaren zijn gesneuveld zijn onder andere de kasdekreiniger, de waterontsmetter en asbestsanering van daken. Een laatste kanttekening die ze maakt, betreft de beperking van deelname aan de Mia/Vamil-regeling voor heel grote tuinbouwbedrijven. “Je moet vallen onder de definitie van een Kleine of Middelgrote Onderneming (KMO). Ook daar is een Europese standaard voor. De voornaamste criteria zijn dat een KMO niet meer dan 250 werknemers mag hebben en daarnaast moet of het balanstotaal lager zijn dan € 43 miljoen of de jaaromzet lager dan € 50 miljoen. De allergrootste tuinbouwbedrijven gaan over die grens heen. Dat is wel iets om op te letten bij fusies.”

Fruit in eigen koelhuis

Terug naar de fruittelende broers Van Driel, veilig binnen de grenzen van KMO. Na hun hagelnetten kregen ze de smaak te pakken. Een nog grotere investering die ook onder de Mia\Vamil-regeling viel, waren de 340 zonnepanelen op de schuurdaken tegelijk met de vervanging van het asbestdak. Fruitbedrijf Van Driel wekt nu eigen stroom op voor het koelhuis met een capaciteit van 1 miljoen kilo fruit. “Tot 2023 heb ik nog een salderingsregeling waarbij het stroomverbruik over het hele jaar gesaldeerd wordt. Dat is voor een fruitbedrijf met een piek aan verbruik bij het inkoelen in de herfst een erg gunstige regeling”, zegt Wilfred van Driel.

Fiscaal was de investering in zonnepanelen gunstig, omdat het onder de MIA\Vamil-regeling viel. Bovendien was zijn jongere broer Jeroen nog net geen 40 jaar, waardoor de investering ook in de jonge-ondernemersregeling (Jola) viel. Voor een investering in zonnepanelen konden jonge landbouwers tot en met 40 jaar met de Jola-regeling destijds extra subsidie krijgen.

De volgende milieu-investering die er aan zit te komen, is de vervanging van de koelinstallaties die nu nog op freon draaien. Die koeling is in meerdere fases gebouwd met elk zijn eigen freon. De Freon 22 in het oudste koelhuis is wat milieu-onvriendelijker dan de Freon 123a in het jongere koelhuis. “Maar uiteindelijk zijn alle freon-soorten uit de gratie en heb je nu bij lekkages al een groot probleem, omdat het niet meer aangevuld kan worden. Dat betekent dat we heel scherp zijn op het voorkomen van lekkages, maar we weten ook dat we wat anders moeten. Er volgt vermoedelijk een nieuwe koelinstallatie voor de bestaande ULO-cellen op basis van CO2. Het discussiepunt is vooral of we dan gelijk een nieuw koelhuis erbij bouwen. We moeten nu nog jaarlijks behoorlijk veel koeling bijhuren”, licht Van Driel toe. Ook bij deze uitbreiding zal het al dan niet gebruik kunnen maken van fiscale stimuleringsmaatregelen bij het maken van keuzes een rol van betekenis spelen.

Aftoppen investeringsbedrag

Henk Jan van de Water, accountant van Accon AVM adviseurs en accountants, geeft aan dat voor de investering in een koelinstallatie met CO2 op dit moment nog gebruikgemaakt kan worden van de EIA. De voorwaarden zijn nogal technisch van aard en er is een plafond per geïnvesteerde kW van toepassing. In tegenstelling tot de MIA zit aan de EIA geen koppeling met de Vamil (willekeurige afschrijving). De investering in de koelinstallatie moet daarom over de gebruiksduur afgeschreven worden. Als in de installatie samen met koelcellen en een loods geïnvesteerd wordt, dan kan dat een lange tijd vergen.

De EIA is een belastingsubsidie. Dat houdt in dat van de grondslag (het investeringsbedrag wordt afgetopt) 45,5% in mindering mag worden gebracht op de bedrijfswinst. Uitgaande van 40% inkomstenbelasting (er moet dan wel winst gemaakt worden) levert een grondslag (de EIA kan niet op de hele investering toegepast worden) van € 100.000 aan Eia een belastingvoordeel van € 15.650 op (€ 100.000 * 45,5% (EIA) * 86% (mkb-korting) * 40% = € 15.652). Er moet wel voldaan worden aan de voorwaarden van de EIA. Dat betekent tijdig melden en dat is binnen drie maanden na het aangaan van de verplichtingen.

Het is daarbij altijd raadzaam dat als de offerte in huis is en de investeringsbeslissing zeker genomen gaat worden, de ondernemer klaarzit om de handtekening vóór de jaarwisseling te zetten. De nieuwe Energielijst komt altijd eind december, vaak pas vlak voor oud en nieuw in de Staatscourant en er is altijd nog kans dat de betreffende investering van de nieuwe lijst wordt afgevoerd. Nog in 2021 tekenen betekent ook nog in het fiscaal regime van de oude lijst vallen.

Medeauteur:
Wouter van Teeffelen

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin