Doorgaan naar artikel

‘Van koolvlieg geen last, van trips des te meer in spruitkool‘

Jan Sonneveld in Dronten is nog in afwachting van het nieuwe spruitenseizoen. Hij heeft een bedrijf dat gangbare spruiten teelt en een bedrijf dat biologisch teelt.

De eerste gangbare spruiten worden over een week of drie geplant, de eerste biologische ongeveer een maand later. “Met biologische spruiten hoef je niet vroeg aan de markt te zijn, daar begin het seizoen eigenlijk pas begin oktober”, vertelt Sonneveld op 22 maart.

Keuze bij vroege rassen

De eerste gangbare rassen zijn Abacus en Divino; de eerste biologische Steadia en Nautic. “De vroegheid speelt mee, de mate van gevoeligheid voor ziekten en de beschikbaarheid van biologisch zaad.” De opkweek van de biologische planten doet plantenkwekerij Jongerius in Houten; de gangbare opkweek verzorgt André Noordhout in Bleiswijk. “Dat is zo gegroeid en het bevalt ons prima zo.” Die planten zijn inmiddels gezaaid. Sonneveld gaat ze nog bekijken voordat hij ze gaat planten.

Bemesten en planten

Bij de gangbare teelt is het nog afwachten hoe de aanpak rond het planten gaat uitvallen. “De grond ligt sinds het najaar geploegd. Het liefst strooien we voor het planten kunstmest, maar als de grond te nat is, doen we dat niet. Dan strooien we na het planten tussen de rijen. Bij de biologische teelt dienen we op één perceel rundveedrijfmest met sleepslangen toe en op het andere perceel rijden we vaste kippenmest uit, 1 tot 2 weken voor het planten. Nee, die mest is niet te zout, dat hebben we vorig jaar ook zo gedaan. Mocht het nodig zijn, dan kunnen we beregenen om de planten aan de groei te krijgen.” Sonneveld teelt op percelen tussen 30 en 45 procent afslibbare delen.

Proef tegen trips

Qua ziektedruk vormt koolvlieg in de Flevopolder geen probleem, trips des te meer. “Er worden hier in de omgeving veel uien geteeld, dan weet je wel hoe laat het is. Zo heeft iedere spruitkoolregio eigenlijk zo zijn eigen problemen. We willen het komend seizoen in ons gangbare spuitschema de pyrethroïden op één perceel achterwege laten, om te kijken wat voor effect dat heeft op de opbouw van natuurlijke vijanden bij het onder de duim houden van trips. Omdat we hier nauwelijks koolvlieg hebben, kunnen we dat zo uitproberen.”

Ruime vruchtwisseling

In de biologische teelt houdt Sonneveld een vruchtwisseling aan van 1:6 en in de gangbare 1:3 tot 1:4. “Ruimer telen draagt zeker bij tot minder ziektedruk, maar met 1:3 tot 1:4 kunnen we hier goed uit de voeten. De ruimere vruchtwisseling bij biologisch heeft ook te maken met de rest van het biologische teeltplan.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin