Doorgaan naar artikel

Suzuki-fruitvlieg op meerdere fronten tegelijk aanpakken

De suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii) was in klein- en steenfruitfruit in 2015 over het algemeen beter beheersbaar dan in het jaar ervoor. Dit was te danken aan extra aandacht van de teler, perioden met een minder gunstig klimaat voor het beestje (hogere temperaturen en een lage RV) en een gerichte inzet van chemie. Dat ging wel wel gepaard met hogere teeltkosten, door een lagere plukprestatie, productiederving omdat vroeger geoogst moest worden, en extra sorteerarbeid die moest worden ingezet.

De analyse komt van Heino van Doornspeek van toeleverancier Vlamings tijdens een onlangs gehouden bijeenkomst voor telers van steen- en kleinfruit in Boekel. Er waren zo’n 100 belangstellenden aanwezig. Op grond van de ervaringen in de afgelopen twee jaar drukte Van Doornspeek zijn gehoor op het hart ook in 2016 alert te blijven op de gedragingen van de fruitvlieg, en alles te blijven ondernemen om uitbreiding tegen te gaan. “Deze hele winter hebben we regelmatig vliegjes gevangen. Dat is een eerste signaal voor mogelijke problemen in de komende tijd.”

Chemie met andere methoden

De inzet van chemische correctiemiddelen blijft op percelen met druk noodzakelijk, stelt hij, daarbij hopend op de beschikbaarheid van het middel Exirel in steenfruit (kersen & pruimen). Ook voor blauwe bessen wordt door de NFO getracht in 2016 een tijdelijke vrijstelling te realiseren. Door de beperkte inzetmogelijkheden van Exirel is daarnaast ook weer de hoop gevestigd op het middel Tracer, zeker voor kersenpercelen met een hoge druk.  Kanttekening daarbij is dat de inzet van chemische middelen beperkt blijft door een gelimiteerd aantal toepassingen, eventuele effecten op het biologische evenwicht, risico’s op resistentieontwikkeling en de korte werkingsduur.

Het combineren van methoden is daarom meest effectief gebleken om de vliegdruk beheersbaar te houden.  Dat betreft maatregelen als een goede bedrijfshygiëne, het aanhouden van korte oogstintervallen, snelle koeling en voorkomen dat er rijpe vruchten in het gewas achterblijven. Volgens Van Doornspeek is ook een goede instructie van het personeel hierbij van belang. Daarnaast wees hij op het belang van open en luchtige gewassen, bijvoorbeeld bij braam en framboos door minder stengels per strekkende meter aan te houden. Dit kan de rv in het gewas verlagen en eraan bijdragen dat het klimaat minder interessant wordt voor het vliegje.

Gaas en netten

Vanuit het buitenland worden positieve ervaringen gemeld met het gebruik van insectengaas of vliegennet. Ook in Nederland en België zijn de eerste ervaringen in klein- en steenfruit opgedaan. Metingen tijdens het seizoen laten hierbij geen hogere temperaturen en luchtvochtigheden binnen de ingenette percelen zien. Transparant net geeft bovendien de minste lichtscherming. Wel blijft belangrijk het gebruik van gaas of netten bij hoge druk te combineren met andere methoden, en de omgeving goed te blijven monitoren op druk van buitenaf. Gezien de verwachte grotere vraag naar netten is tijdige reservering voor 2016 wel aan te raden.

Lokken en verjagen

Verder zijn er veel nieuwe ontwikkelingen en producten met (vermeende) werking op de suzuki-fruitvlieg. Perspectiefvol lijken de zogenaamde ‘lokstofmethode’ en de toepassing van DS-Kalk in een aantal teelten. De zogenaamde ‘lokstofmethode’ richt zich op een selectieve bestrijding. Een lokstof zoals combi-protec, wordt dan samen met een insecticide op een deel van het gewas verspreid. Naast de beperking van residuen van gewasbeschermingsmiddelen (MRL), wordt zo ook het biologische evenwicht gespaard.  Bij toepassing van nieuwe producten is wel aandacht nodig voor eventuele effecten op de vrucht als smaak en zichtbaar residu, zeker bij kersen en bramen. Meer onderzoek in de diverse gewassen is vaak nog nodig. Het doel van bovenstaande en andere middelen is vaak vertraging van de populatieopbouw en/of de vruchten minder interessant maken voor ei-afzet.

Binnen het Europese onderzoeksproject DROPSA, waarbij ook Vlamings betrokken is, wordt nog altijd gezocht naar vooral selectieve middelen en methoden, mogelijkheden voor inzet van natuurlijke vijanden en micro-organismen en de kennisverzameling over de levenscyclus van het schadelijke beestje. Het project wordt gefinancierd door de Europese Unie.

Meer achtergrondinformatie over de suzuki-fruitvlieg is terug te lezen op: www.drosophila.nl.

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin