Doorgaan naar artikel

Nederland past moeilijk in Europese APO

De vorming van een grote Europese Associatie van Producten Organisaties roept vergelijkingen op met de euro. Een gemeenschappelijk Europees beleid bij de afzet van groenten en fruit is lastig door grote beleidsverschillen tussen vooral Noord en Zuid.

Zuid-Europa telt de meeste Associatie van Producten Organisaties (APO’s). Uit die zuidelijke landen komt nu het voorstel aan noordelijke producentenorganisaties mee te doen in een super-APO. Deelnemers blijven concurrenten in goede tijden, maar kunnen gezamenlijk marktingrijpen organiseren bij problemen op de markt als bij Ehec, zegt Alain Schlesser. De medewerker van de Franse producentenorganisatie Prince de Bretagne heeft de opdracht gekregen buitenlandse partijen te polsen. Zo sprak hij in Nederland al met Zaltbommel, ZON en Best of Four, allemaal producentenorganisaties met veel affiniteit met de veilingklok. Deze week sprak hij met koepel voor Nederlandse afzetorganisaties DPA. Vrijdag 9 maart was de eerste ledenvergadering gepland van de APO. Bij het sluiten van deze editie was niet bekend hoeveel partijen hebben toegezegd.

Het plan klinkt in eerste instantie kansrijk. De Europese marktordeningsregels maken inderdaad een stevige samenwerkingsvorm tussen producentenorganisaties mogelijk. Het plan lijkt ook een oplossing te bieden voor zware inzinking van een deel van de markt als bij Ehec. Het oogt als een veilig vangnet op een steeds onzekerder markt. Al moet worden gezegd dat zo’n groot orgaan een novum is voor Europese mededingingsorganen. Maar net als bij de euro zal het lastig zijn veel verschillende culturen samen te voegen in zo’n organisatie. Daarom ziet DPA vooral beren op de weg.
Grote slagkracht

Schlesser heeft een plan toegestuurd aan Nederlandse partijen. Hij wil producentenorganisaties bij elkaar brengen die groter zijn dan 20 miljoen euro – voor Nederlandse begrippen klein. In dat plan schermt de projectleider met de doelstelling van crisispreventie en informatie-uitwisseling. De nadruk ligt vooral op crisispreventie.

De Nederlandse nationale strategie voor de GMO-regels laat echter interventie niet toe, alleen in ernstige situaties. En ook over de interpretatie van marktcrises valt een probleem te voorzien. Zo vinden de Spanjaarden weersafhankelijk overaanbod al reden voor interventie. In Nederland ligt die lat veel hoger.

Hier is een klassieke tegenstelling aan de hand tussen Noord en Zuid. Dat is al jaren voelbaar in alle politieke organen en de vertegenwoordigende organen van bijvoorbeeld Copa-Cogeca. Hoe kom je dan tot één beleid in zo’n belangwekkende organisatie?

Nederland kent al zeker twee internationale APO-organisaties: Veiling Zundert in de Belgische samenwerking In-Co, en Fruitmasters met de Belgisch/Duitse samenwerking EFC. Deze telersverenigingen hebben hun GMO-erkenning in Nederland en toch laten ze hun GMO-gelden lopen via het land van vestiging van de APO, België. Als meer afzetorganisaties dat gaan doen via een nieuwe internationale associatie zouden meer uitvoeringstaken vervallen bij het PT.

Er zijn ook zeker voordelen te benoemen buiten de grotere slagkracht bij crisispreventie. Een Europese APO zou mogelijk niet alleen leiden tot meer crisisbeheer, maar mogelijk ook tot meer efficiëntie op uitvoeringsgebied. De nieuwe APO Finaf is daarvan een voorbeeld, waarin 15.000 Franse en vooral Italiaanse telers samenwerken. De groep heeft een gezamenlijk actieprogramma van 130 miljoen euro voor crisispreventie en investeringen in bijvoorbeeld nieuwe rassen. Door de grensoverschrijdende samenwerking is de bijdrage van de Europese Commissie groter.

Er dringt nog een parallel op met de eurodiscussie. Critici stellen dat de euro plaats moet maken voor een n-euro en z-euro, oftewel een euro voor noordelijke landen met gelijke cultuur en één voor zuidelijke. Dat zou een mogelijkheid zijn voor de APO-discussie. Met een noordelijke APO hebben we al goede ervaring opgedaan. Toch is het te hopen dat het initiatief van de Fransen niet gelijk van tafel gaat: in de zoektocht naar een stabielere afzetmarkt kan het ingredienten bevatten voor meer grip van telers op de markt via hun producentenorganisaties.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin