Doorgaan naar artikel

WER: ‘Grote gevolgen vollegrond actieprogramma nitraat’

Wageningen Economic Research (WER) heeft in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de praktische en economische impact van het ontwerp zevende actieprogramma nitraatrichtlijn in beeld gebracht. Voor de vollegrondsgroenteteelt zijn de voorgestelde maatregelen ingrijpend.

De voorgestelde maatregelen in het zevende actieprogramma nitraat die knelpunten opleveren zijn:

  • de deadline van 1 oktober voor het inzaaien van vanggewassen;
  • het één keer in de drie jaar verplicht telen van een rustgewas;
  • het invoeren van teeltvrije zones tot 7 meter.

Bovenstaande voorgestelde maatregelen hebben (negatieve) invloed op het bedrijfsresultaat en stuiten op problemen ten aanzien van de praktische haalbaarheid, concludeert WER.

Verplicht rustgewas

Het instituut verwacht voor vollegrondstuinbouwbedrijven een kleiner effect van het verplicht telen van een rustgewas dan voor akkerbouwbedrijven, omdat vollegrondstuinbouwbedrijven een sterkere concurrentiepositie op de ruilgrondmarkt hebben. “Zij kunnen meer bieden voor ruilgrond omdat de saldo’s van vollegrondsgroentegewassen hoger zijn dan die van akkerbouwgewassen. Door meer ruilgrond te verwerven, kunnen zij eenvoudiger hun areaal met hoogsalderende vollegrondsgroentegewassen op peil houden”, aldus het WER-rapport.

Groentegewassen uitspoelingsgevoelig

Andere voorgestelde maatregelen met grote gevolgen voor de teelten op zand- en lössgrond zijn ‘een verbod op twee uitspoelingsgevoelige teelten na elkaar op één perceel’, en ‘aanscherping stikstofgebruiksnormen’. Het telen van twee uitspoelingsgevoelige teelten na elkaar op één perceel wordt hier opgevat als twee groeiseizoenen achter elkaar op hetzelfde perceel. “Op intensieve tuinbouwbedrijven heeft dat gevolgen voor de gewasrotatie waarbij

het teeltplansaldo en in versterkte mate ook het bedrijfsinkomen zal afnemen. Vrijwel alle groentegewassen vallen immers onder uitspoelingsgevoelig en hebben hoge saldo’s. Wanneer deze teelten voor de helft vervangen moeten worden door niet-uitspoelingsgevoelige teelten, heeft dit een grote impact op het totale saldo.” Over het algemeen telen groentetelers veel op huurgrond of kopen er grond bij, dit kan de impact grotendeels reduceren. Maar dan moet er wel genoeg grond beschikbaar zijn, stelt WER.

Teeltvrije zones

Ook ligt er het voorstel voor het aanhouden van een teeltvrije zone van minimaal 3 meter breed langs watergangen op alle grondsoorten en voor alle teelten. Op de teeltvrije zones moet een gewas groeien, mag er niet bemest worden en het gewas dient wel te worden afgevoerd. De teeltvrije zones tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte.

Langs KRW-oppervlaktewaterlichamen en kwetsbare ecologische waterlopen moeten de teeltvrije zones minimaal 7,5 meter breed gaan worden. Deze maatregel reduceert de totale gewasproductie op het bedrijf.

Uitzondering winterteelten

In het zevende actieprogramma nitraatrichtlijn is na het afronden van deze economische analyse opgenomen dat er dat er op basis van wetenschappelijk advies nog een lijst wordt opgesteld met wel toegestane winterteelten. Voor die teelten zal de plicht tot het telen van een vanggewas dan niet gelden.

Lees ook: Oproep LTO: maak impact Actieprogramma Nitraatrichtlijn kenbaar

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin