Doorgaan naar artikel

Frans instituut: snel alternatief neonics nodig

Er moeten snel alternatieven worden ontwikkeld voor neonics, stelt het Franse instituut ANSES.

Er zijn op dit moment geen alternatieven voor neonicotinoïden die minder belastend zijn voor mens, milieu en natuur. Daarom moeten snel alternatieven worden ontwikkeld nu het verbod op 3 neonicotinoïden (thiametoxam, imidacloprid, clothianidin) in open teelten in de EU een feit is. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van geurstoffen die insecten wegjagen of het infecteren van insectenpopulaties met bacteriën of virussen.

130 toepassingen voor neonicotinoïden onderzocht

Dat meldt het Franse overheidsbureau voor milieu en voedselveiligheid ANSES. Het bureau heeft 130 toepassingen voor neonicotinoïden onderzocht en gekeken welke alternatieve bestrijdingsmethoden daar voor beschikbaar zijn. Dat gebeurde op verzoek van het Franse ministerie van landbouw.

Alternatief is vaak een ander chemisch middel

ANSES concludeert dat voor verreweg de meeste toepassingen alternatieven beschikbaar zijn, zowel chemisch als niet-chemisch. Bij 6 toepassingen bleek dat niet het geval. Bij 89% van de toepassingen bestaat het alternatief uit de toepassing van een ander chemisch middel. In de meeste gevallen betreft dat pyretroïden. In 39% van de toepassingen hoorde de alternatieve werkzame stof tot dezelfde chemische groep als de neonicotinoïden.

Behandeling van pillenzaad met neonicotinoïden levert een belangrijke bijdrage in bestrijding van bladluizen. ANSES concludeert dat er volop alternatieven zijn voor neonicotinoïden. Maar het bureau kan geen alternatieve chemische stoffen of groepen stoffen benoemen die minder risico opleveren voor mens, milieu en natuur dan de neonicotinoïden.- Foto: Mark Pasveer.

Behandeling van pillenzaad met neonicotinoïden levert een belangrijke bijdrage in bestrijding van bladluizen. ANSES concludeert dat er volop alternatieven zijn voor neonicotinoïden. Maar het bureau kan geen alternatieve chemische stoffen of groepen stoffen benoemen die minder risico opleveren voor mens, milieu en natuur dan de neonicotinoïden.- Foto: Mark Pasveer.

Plantaardige olie spuiten

ANSES stelt dat bij 78% van de toepassingen van neonicotinoïden deze vervangen kan worden door een niet-chemische oplossing. ANSES noemt als voorbeeld het spuiten van plantaardige olie om te voorkomen dat bladluizen bladeren kunnen aanprikken. Ook het bevorderen van natuurlijke vijanden van schadelijke insecten kan vaak een oplossing bieden, net als het verspreiden van onvruchtbare insecten om de aanwas van de populatie af te remmen. ANSES noemt ook teeltmaatregelen als niet-chemisch alternatief, maar zegt erbij dat het effect daarvan kleiner is dan van de andere alternatieven.

Gevolgen verbod op neonicotinoïden moeilijk in te schatten

ANSES heeft de gevolgen voor mens, milieu en natuur in kaart gebracht van het gebruik van neonicotinoïden en hun chemische alternatieven. ANSES concludeert dat er volop alternatieven zijn voor neonicotinoïden. Maar het bureau kan geen alternatieve chemische stoffen of groepen stoffen benoemen die minder risico opleveren voor mens, milieu en natuur dan de neonicotinoïden. Verder meldt het bureau dat het moeilijk kan inschatten hoe het verbod op de neonicotinoïden in de praktijk gaat uitpakken voor de boeren.

Share this

Afbeelding
Jan Engwerda

redacteur akkerbouw

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin