“De prijs voor witlof? Die wordt alleen maar slechter, het is gewoon dramatisch. Het ligt nu op zo’n 45 cent per kilo.” Siem-Jan Hemmes in Breezand kan het niet mooier maken.
Met kerst en Nieuwjaar lag het prijsniveau op 80 tot 90 cent. “Dat vind je dan al hoog, terwijl het feitelijk net boven kostprijs is.” In de weken daarna is de prijs gezakt. Tot 60 à 65 cent in week 4 en nu dus naar de genoemde 45 cent. In het verleden zijn er op momenten met een vergelijkbaar ongunstige prijsvorming wel eens vergaderingen met telers belegd in een poging de prijsontwikkeling te keren, bijvoorbeeld in de sfeer van productiebeperking. Tot nu toe is dat op geen enkele manier aan de orde. Wel zeker is dat de prijssituatie niet bijdraagt aan een vrolijke stemming, bevestigt Hemmes. “In gesprekken met mensen van buiten de sector is de reactie vaak hetzelfde: dat een bedrijf toch rendabel moet kunnen draaien?
“Het probleem met de teelt van groente is dat inkopers er alles aan doen om nooit duurder in te kopen dan de concurrent, en productiebedrijven willen groeien om de kostprijs te drukken”, analyseert hij. “Zonder daarbij de vraag te stellen of de markt die uitbreiding aankan. De hele productie kan immers op de veiling gezet worden, en het verkoopteam mag er mee aan de slag. Maar iemand die een winkel wil beginnen doet toch eerst marktonderzoek? Ik trek nu 18 hectare witlof, maar als ik morgen besluit uit te breiden naar 30 hectare, kraait daar geen haan naar. Iets vergelijkbaars zie je in het toenemende productievermogen van nieuwe rassen. In deze periode trek ik het ras Topscore. Toen ik nog een ander ras had produceerde ik 8 pallets per dag. Met Topscore produceer ik elke dag twee pallets meer. Als een veilingverkoper er een klant bij krijgt voor 2 pallets per dag, dan heeft hij het goed gedaan. Ik kan die klant bedienen met mijn twee pallets extra. Maar ik ben niet de enige die het ras Topscore heeft…”