Wordt glastuinbouw in Nederland uit de markt geprijsd met een oplopende CO2-heffing van €42,50? Moet het kabinet voor verdere verzwaringsmaatregelen denken aan een ingewikkelde bedrijfsspecifieke compensatie? Dat zijn vragen van de Tweede Kamerfracties SGP en ChristenUnie aan minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei (KGG) en staatssecretaris van LVVN Jean Rummenie.
De Kamervragen gaan gericht in op de verschillende pijnpunten van de aankondiging om glastuinbouw in ETS2 te laten meedraaien en verplicht groen gas laat bijmengen.
Een van de grootste pijnpunten staat eigenlijk los van ETS2 en bijmengplicht. Er is namelijk ook een forse verhoging van de CO2-heffing ingetekend voor 2030 naar €42,50. Alleen lastenverzwaringen boven dit niveau worden gecompenseerd. De christelijke partijen willen weten wat dat betekent voor de concurrentiepositie van Nederlandse glastuinbouwbedrijven. Om die vraag te beantwoorden zou in kaart moeten worden gebracht hoe glastuinbouwbedrijven in omringende landen worden belast voor de uitstoot van CO2.
Voorstel voor glassector buiten ETS2 houden lag er
Uit de vragen blijkt dat Eneco en Glastuinbouw Nederland een uitvoeringsvoorstel hebben gedaan om glastuinbouw buiten de ETS2-regeling te laten vallen. De Kamerleden André Flach (SGP) en Pieter Grinwis (CU) willen weten waarom dat voorstel niet is opgenomen, omdat in omringende landen deze uitzondering wel mogelijk blijkt.
Ook gaan de Kamerleden ervan uit dat een ingewikkelde compensatievorm nodig is die bedrijfsspecifiek is. Is dat qua administratieve lasten niet veel zwaarder dan de glastuinbouw buiten de ETS2 te houden via een uitzonderingsregeling? Eerder gaf het ministerie van KGG al aan dat de compensatie zit in het inruilen van de bestaande CO2-heffing voor ETS2 en mogelijk een bijstelling van de energiebelasting.
Duurzame energieprojecten
Ook wijzen de Kamerleden de staatslieden op de effecten voor duurzame energieprojecten die binnen de regeling SDE++ een compensatie krijgen (voor het verschil met fossiele energie). Ook voor deze projecten (vaak niet in het bezit van tuinders) willen de Kamerleden weten of ze niet in de knel komen.
