Het is woensdag 2 juli een spannende dag in Limburgse fruitgebieden. Code oranje voor hagel later in de middag, maar eerst de hitte zien te pareren. De vorstventilator wordt ingezet.
Fruitteler Roger Wouters uit Reijmerstok storen we eigenlijk met het telefoontje over de hitte en het effect op de fruitteelt. Op de percelen iets ten oosten van Maastricht is het woensdag mogelijk gevaarlijker dan dinsdag. “Gisteren was er wel wind, nu niet. Het is hier nu al 34 graden. Ik heb twee windmachines (vorstventilatoren, red.). Die wilde ik net aan gaan zetten. Zo kan ik op een gedeelte van het areaal wind maken en voorkom je dat het fruit boven de 50 graden Celsius wordt.”
Tien hectare onder windmachine
Wouters heeft twee windmachines. De ene machine kan een straal van 100 meter van wind voorzien, wat neerkomt op 4 hectare. Bij de windmachine met het bereik van 150 meter is zelfs 6 hectare een luchtstroom merkbaar die zou moeten koelen. “Ik heb ze in het voorjaar al voor vorst ingezet, ik zag daarna toch aan de randen meer vorstschade dan dichter bij de machines.” Dat hij ze nu opnieuw inzet voor hittebestrijding is wel zo efficiënt. Wouters kan de bomen ook met druppelbevloeiing helpen koelen. ‘We doen dat nu een paar dagen continu.”
Thomas Broex is vakgroepvoorzitter fruitteelt van de LLTB. Hij teelt appels en peren in Gronsveld. Een algemeen beeld van het effect van hitte op de fruitteelt in Limburg is op dit moment nog lastig te geven. “Wij kunnen zelf beregenen. Dat hebben we dinsdag 1 juli wel gedaan. Dat is afdoende. Het was windstil dinsdag. Als de boom geen vocht heeft, is er grotere kans op zonnebrand. Er was geen wind dus geen koeling.”
Hagelrisico is er nu eenmaal
Telers met hagelnetten hebben bescherming tegen zonnebrand en hagel, de twee risico’s op woensdag 2 juli. Broex wijst erop dat je die niet overal mag bouwen. Hij verwacht dat het in de toekomst nog minder mogelijk is in Limburg. Hoe is het dan om op woensdag het fruit te koelen met de kans op hagel aan het einde van de dag? “Ik kan er toch niets aan doen, ik ben verzekerd. Het zij zo. Daar doe je het natuurlijk allemaal niet voor, maar ik kan niet iedere keer als er onweer op komst is heel zenuwachtig gaan rondlopen.”