Sla de verkiezingsprogramma’s er maar op na. Zo’n beetje elke partij vindt wel dat de boer en tuinder een eerlijke prijs voor zijn product moet krijgen. En tegelijkertijd houdt daar de consensus ook op, en belanden we – op zijn zachtst gezegd – op een Poolse landdag. De discussie wordt rommelig, rumoerig. Het begint al met de definitie. Want wat is dat: een eerlijke prijs?
Vraag het voorman Mark van den Oever van Farmers Defence Force (FDF), en hij zal een serieuze vergoeding voor kosten, kapitaal en arbeid willen. De actiegroep eist een evenredig deel van de prijs die Albert Heijn, Jumbo, Coop of Lidl beuren. Omdat dit prijzencircus ondoorzichtig is, lijkt het FDF eenvoudiger om 3% van de jaaromzet te vragen. De supermarktketen mag als ‘tegenprestatie’ het keurmerk Farmer Friendly voeren. Een nog op te richten coöperatie moet ervoor zorgen dat de becijferde € 1,2 miljard wordt verdeeld onder de deelnemende boeren en tuinders.