De snoei is bijna achter de rug.
Rik Harmsma heeft na de vorstperiode zijn elektrische snoeischaar weer ter hand genomen. “Bij strenge vorst snoeien we niet. Dan is het risico te groot dat de snoeiwonden invriezen. Verder denk ik niet dat de lage temperaturen serieuze schade hebben veroorzaakt aan het gewas. Er zullen best wat knoppen zijn bevroren, maar over het algemeen kunnen blauwe bessen zulke lage temperaturen goed aan.”
“Ik moet nog een klein deel van mijn aanplant snoeien, dan ben ik klaar. Dat is mooi op tijd, want vanaf eind februari worden ook andere werkzaamheden weer actueel, zoals het kali strooien. De rest van de voorjaarsbemesting volgt in april, maar een groot deel gaat tijdens het groeiseizoen via de druppelslang. Afgezien van de zuurgraad is onze veengrond uitstekend geschikt voor blauwe bes. De grond levert voldoende stikstof na en als bij warm weer veel vocht verdampt, trekt dat het grondwater ook mee omhoog.”
“In maart vindt de eerste onkruidbestrijding plaats. Ook beginnen we dan het gras te maaien om dat kort te houden in het voorjaar. Op die manier kan de grond zoveel mogelijk warmte uitstralen, wat schade door nachtvorst tegengaat. Verder leggen we volgende maand nog nieuwe ruggen aan voor de nieuwe aanplant die we dit voorjaar planten.”
“Na het planten dekken we die dan af met houtsnippers, net als op de bestaande percelen. Al dit werk is gemechaniseerd, dat we met eigen machines kunnen uitvoeren. De houtsnippers produceren we de zelf, zodat we die niet voor steeds hogere prijzen moeten aankopen. De ze snippers vinden ook gretig aftrek voor het opwekken van energie, waardoor ze veel duurder zijn dan enkele jaren geleden.
Onze houtsnippers komen onder andere van de elzensingels om het bedrijf. Daarvan verzamelen we het snoeihout en draaien dat door de versnipperaar. Tot nog toe kunnen we zo nog in onze behoefte voorzien. Maar de meeste singels zijn onderhand aardig ingekort en de groei van de bomen kan de behoefte aan snippers nauwelijks bijbenen.