Precisieteelt vraagt ook om meer precisie in de regelgeving van de overheid, bijvoorbeeld op het gebied van gewasbescherming.
Stel je voor: je teelt paprika’s of gerbera’s en investeert in technologie die ziekten en plagen vroegtijdig opspoort. Met sensoren, beeldherkenning en algoritmes grijp je lokaal en doelgericht in. Vandaag bestrijd je een beginnende plaag achterin de kap, overmorgen vijf besmette planten voorin. Twee kleine, nauwkeurige toepassingen – precies waar nodig. Maar volgens de wet telt elke handeling als een volledige toepassing op je hele teelt – ongeacht de schaal. Zo tik je de limiet al snel aan. In plaats van ruimte voor verantwoord en effectief handelen, werkt de huidige wetgeving belemmerend. Hier botst innovatie met regelgeving.
Waarom data nog geen vertrouwen krijgt
Die beperking in regelgeving roept bredere vragen op over hoe we omgaan met data in de kas. In gesprekken met telers, leveranciers en ontwikkelaars hoor ik deze frustratie terug. We beschikken over drones, sensoren, vangplaten en data-inzichten die ons in staat stellen lokaal en doelgericht te handelen. Maar de ruimte om die mogelijkheden verantwoord te benutten ontbreekt. En erger nog: telers zijn huiverig om hun data te delen, uit angst dat instanties als de NVWA die tegen hen gebruiken.
Ik geloof dat data juist een motor van verandering kan zijn, als we de regie in eigen hand houden
Data: vriend of vijand?
De vraag is dus: is data een sleutel tot vooruitgang, of een risico voor de teler? Ik geloof dat data juist een motor van verandering kan zijn, als we de regie in eigen hand houden. Door te laten zien dat precisietoepassingen effectiever zijn én minder impact hebben, kunnen we onderbouwen dat een andere toelatingslogica nodig is. Niet op basis van frequentie per teelt, maar op basis van effect, schaal en daadwerkelijke noodzaak.
Lastig te standaardiseren en moeilijk toetsbaar
Tegelijkertijd begrijp ik het ongemak: precisietoepassingen zijn dynamisch, lastig te standaardiseren en moeilijk toetsbaar voor producenten van gewasbeschermingsmiddelen. Maar daarin ligt juist de kracht van data: het maakt variatie zichtbaar, biedt inzicht in effectiviteit over tijd, en kan wetgevers en producenten helpen om anders te kijken naar risico en effect.
Van controle naar vertrouwen
De huidige toelatingssystematiek is Europees bepaald, met uitvoering via nationale instanties als het Ctgb. Dat betekent beperkte ruimte. Maar niet géén ruimte. Nederland kan binnen pilots en nieuwe samenwerkingsvormen wél stappen zetten. Juist daar ligt een kans voor dialoog tussen sector, toelatingsinstanties en overheid. Niet om de regels te omzeilen, maar om ze toekomstbestendig te maken.
Precisieteelt vraagt om precisie in beleid. De technologie is er. De ambities ook. Nu nog het lef om de regels mee te laten groeien. Laten we die uitdaging samen oppakken.