Welk gewas het ook is, het maken van een nieuw ras is monnikenwerk. Vanaf het moment dat een veredelaar een of enkele planten ziet, ‘waar misschien iets uit kan komen’ tot het tijdstip waarop een ras ‘af’ is en rijp voor de praktijk, zit vaak 10 tot 15 jaar. Het is een aspect waar zaadfirma’s vaak op wijzen. Veel minder bekend is wat er tijdens dat lange traject allemaal bij komt kijken. Daarom was het best verrassend dat zaadbedrijf Bejo vorige week woensdag een van haar opkweekkassen open stelde in Luttelgeest, als een onderdeel van de jaarlijkse Peendag, volgend op een serie lezingen die ochtend in Emmeloord.
Aan de buitenkant is er weinig aan te zien, behalve dat het een behoorlijk glasoppervlak is. “Zes hectare”, vertelt Bejo-gewasman Tom van Schagen. Het glasoppervlak is onderdeel van zo’n 100 hectare glas, verdeeld over 60 tot 70 kassen die het zaadbedrijf in Nederland in gebruik heeft.