Groenten & Fruit Actueel
||

WUR maakt voedselonderzoek hipper en preciezer

Moderne technieken maken het monitoren van menselijk gedrag in een echte voedselomgeving steeds beter mogelijk.

Laatst geüpdatet:

Bij de opening van het academisch jaar werd een demonstratie gegeven van nieuwe technieken voor eetgedragonderzoek. Foto: WUR

Bij de opening van het academisch jaar werd een demonstratie gegeven van nieuwe technieken voor eetgedragonderzoek. Foto: Foto: Guy Ackermans

Wageningen University & Research (WUR) haalt onderzoek naar wat mensen eten, hoe ze het eten en wat het met ze doet uit het lab en naar de echte wereld. Moderne technieken maken het monitoren van menselijk gedrag in een echte voedselomgeving steeds beter mogelijk.

Tijdens de opening van het academisch jaar profileerde WUR zich als de onderzoeks- en onderwijsinstelling met het grootste programma over voedsel en gezondheid in Nederland. Dat is relevant onderzoek in een wereld waarin meer mensen dan ooit lijden aan obesitas en tegelijkertijd meer mensen dan ooit honger lijden door conflicten, zo schetste WUR-bestuursvoorzitter Sjoukje Heimovaara.

Aan overgewicht hangen chronische ziektes vast, zoals diabetes type 2, maar ook depressie en dementie. Honderden onderzoekers zijn het komende jaar in de weer met de samenhang tussen genen en microben, inhoudsstoffen van verschillende voedingsmiddelen van eenvoudig vers tot ultrabewerkt en de gezondheid van de eter ervan.

Onderzoeken ‘in het wild’

En dan liefst ‘in het wild’ zoals onderzoeker en docent Guido Camps dat omschrijft. “Niet met vragenlijsten, want hoe goed herinnert men precies wat men at? En hoe eerlijk vullen mensen lijsten in?” Dat laatste geldt ook voor hoe men zich voelt wanneer men dit of dat aan het eten is. Voor een verband tussen stress en voedselkeuze is het opmerkelijk te constateren dat mannen hun eigen stressniveau bijna nooit boven een 7,5 op een schaal tot 10 waarderen.

Hoe het echt zit, kan daadwerkelijk worden gemeten met proefopstellingen van mensen die niet in een steriel lab in cabinetjes stukjes tomaat mogen proeven, maar in een restaurant waar ze eten met vrienden. Camera’s en sensoren meten precies wat ze eten, hoe vaak iemand kauwt, hoe langzaam of snel het bord leeg is, wat voor gezicht men er bij trekt en meer data.

Handelen op wat we al weten

Al die nieuwe en preciezere data leiden niet per se tot andere conclusies dan wat we al weten over welke soorten voedsel de laatste decennia hebben geleid tot de epidemie van dieetgerelateerde chronische ziektes. Hoe we ons gedrag in lijn krijgen met wat we misschien eigenlijk wel weten, dat onderzoekt Maartje Poelman.

Om gezondere werelden te maken van dikmakende voedselomgevingen in winkelstraten en in supermarkten en restaurants, daarvoor zijn ook nieuwe technieken nuttig. Zoals ‘immersive virtual reality’, waarin mensen met eytracking door een virtuele winkelstraat lopen. Poelman: “Wat zijn de onderliggende systemen die mensen tot ongezonde keuzes verleiden? Wat voor maatregelen helpen echt? En hoe toon je aan dat wat op individueel vlak een klein preventief effect lijkt – bijvoorbeeld van verbod op reclame voor snoep gericht op kinderen – bij elkaar opgeteld toch aanmerkelijk kan schelen.”

Paternalisme en de preventieparadox

Die preventieparadox is moeilijk te omzeilen als tegenover zo’n reclameverbod of regels voor zout in brood een overvloed aan ongezond aanbod in supermarkten en horeca staat. Politici schrikken terug voor zogenaamd paternalistische maatregelen om dat te willen ombuigen, constateert Poelman. “Of is het juist vrijheidsbevorderend als je de gezonde keuze voor iedereen de makkelijke en betaalbare keuze maakt?”

Wekelijks up-to-date

Twee keer per week gratis het laatste tuinbouwnieuws en inzichten in je inbox.

Sluit je aan bij meer dan 9.000 andere nieuwsbrieflezers