De Limburgse gemeente Venray bereidt een vergunningplicht voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor. Dat heeft de gemeente aangekondigd in een publicatie in de Staatscourant.
De gemeente wil de vergunningplicht gaan opnemen in het omgevingsplan. Nadere details staan nog niet in de aankondiging. Het besluit is een vervolg op een eerder voorbereidingsbesluit dat de gemeente nam voor de ‘spuitvrije zone Oostrum’. Op landbouwgrond in dat gebied mogen alleen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden als sprake is van bestaand gebruik. De gemeente kondigde toen al aan dat dit besluit bedoeld was om ‘ongewenste ontwikkelingen’ te voorkomen, terwijl het nieuwe omgevingsplan in de maak was.
Reageren kan later
De gemeente laat weten dat het nu gaat om de aankondiging van het nieuwe omgevingsplan. Grondeigenaren kunnen daar nog niet op reageren. Zodra de daadwerkelijke stukken ter inzage worden gelegd, kan dat wel.
In een korte toelichting laat de gemeente weten dat de vergunningplicht bedoeld is voor een specifiek deel van het dorp Oostrum, nabij Venray. Het gaat om een spuitzone van 50 meter rondom twee woningbouwprojecten. Er lopen al langer rechtszaken over deze projecten en de spuitzones.
De Raad van State hanteert als uitgangspunt dat bij nieuwbouw in principe een 50 meter brede spuitvrije zone moet zitten tussen een woning en landbouwperceel. In bepaalde situaties mag deze zone smaller zijn.
Gemeente: ‘Ook een pilot’
De gemeente Venray noemt het plan zelf in een toelichting ‘ook een pilot’. De gemeente zegt hiermee onder meer te willen achterhalen wat het betekent voor het gebruik van de gronden, welke kosten hiermee gemoeid zijn in het kader van nadeelcompensatie en hoeveel tijd het kost om een vergunning te regelen.
‘Het betekent nog niet dat deze aanpak daarna meteen Venray-breed gaat worden uitgerold’, laat de gemeente in een schriftelijke reactie weten. ‘Maar de gemeente moet wel gaan nadenken hoe het agrarisch gebruik met gewasbeschermingsmiddelen zich verhoudt tot een goed woon- en leefklimaat en de volksgezondheid.’