Doorgaan naar artikel

Van Regteren: Veredeling versnelt en markt trekt bij

Veredelaars werken aan de teelt van pakweg vijf jaar vooruit en snijden ziektes zo de pas af. Veredeling versnelt en dat geldt ook voor de vraag van supermarkten naar exclusieve rassen, stelt Joost van Regteren, Bayer-verantwoordelijke voor de merken De Ruiter en Seminis.

Joost van Regteren (50) is hoofd marktontwikkeling en managing director bij Bayer Vegetable Seeds. - Foto: Roel Dijkstra Fotografie / Fred Libochant

Joost van Regteren (50) is hoofd marktontwikkeling en managing director bij Bayer Vegetable Seeds. – Foto: Roel Dijkstra Fotografie / Fred Libochant

Profiel

Joost van Regteren (50) is hoofd marktontwikkeling en managing director bij Bayer Vegetable Seeds. Van Regteren is manager, maar kan in bedrijfsbezoeken teruggrijpen op zijn periode als teeltadviseur bij Seminis. Daar begon de plantfysioloog zijn werkzame carrière. Na de overname van Monsanto door Bayer is hij managing director in de groentezadendivisies met de volledige naam Bayer Crop Science Division Vegetable Seeds.

Het is uitgesproken stil op de groentezadenlocatie van Bayer in Bergschenhoek (Z.-H.). Beveiligers wijzen bezoekers op plantenziekterisico’s van roken of eten van groenten. Die strenge beveiligingsmaatregelen zijn niet de reden dat het ronde kantoor verlaten is. Het zijn natuurlijk de coronamaatregelen.

In Bergschenhoek werken veredelaars wel door aan nieuwe lijnen voor De Ruiter of Seminis. Dat gebeurt in de circa 11 hectare kassen, verscholen achter het kantoor. Dat we daar onder geen beding kunnen kijken, heeft weer wel met plantenziekterisico’s te maken.

Thuiswerken

Bayer draait nu dus vooral vanuit huis, zegt Joost van Regteren, hoofd marktontwikkeling en managing director bij Bayer Vegetable Seeds. Thuis ligt de hele wereld aan zijn voeten. “Als ik niet gebonden ben aan kantoortijden, zit ik thuis soms al om 5.00 uur achter de laptop om met Azië te schakelen en stop ik laat in de avond om Amerika ook te spreken.”

De groentemerken De Ruiter en Seminis behoren sinds de overname van Monsanto in 2018 tot het internationale netwerk van Bayer. Afgelopen jaar kromp de internationale groentezadendivisie van Bayer licht (in omzet en waarde). Het perspectief in de land- en tuinbouw in Noord- en Latijns-Amerika is minder rooskleurig geworden. Dat geldt niet voor alle markten en segmenten. De Ruiter bijvoorbeeld had in de Benelux ‘een goed jaar’ met een groei in komkommers en een stabiele positie in tomaten en onderstammen.

Corona leidde tot uitstel

De coronacrisis had geen significant effect op het resultaat. Volgens Van Regteren was er wel een praktische impact op de groenteveredeling. “Voor zaadproductie is het soms lastig geweest. Als daar een besmetting was, werden levertijden niet altijd gehaald. Door het wegvallen van luchtvracht waren er ook transportproblemen. We zagen ook dat telers beslissingen uitstelden. Het duurde soms lang voordat een besluit over een teelt genomen werd.”

Leverde de coronacrisis dan zoveel onzekerheid bij telers?

“Ja, toch wel. Sommige bedrijven moesten besluiten of ze nog een teelt gingen zetten. Kunnen ze hun personeelsbestand wel op peil houden onder deze omstandigheden? Dan is de teelt van komkommer met drie plantingen bijvoorbeeld een minder risicovol alternatief voor tomaat. We zien overigens niet dat veel telers die stap zetten naar een alternatieve teelt, maar ze dachten er wel over na. Ook de keuze tussen bulk en niche kan door de coronacrisis weer anders vallen voor telers.”

De keuze tussen bulk en niche kan door de coronacrisis weer anders vallen voor telers

Dezelfde vraag kan ik stellen voor ToBRFV. Hoe raakte dat uw onderneming?

“De grootste impact voor ons is de aangezwengelde focus op tests. Er is door de sector fors geïnvesteerd in vernieuwing van testen. We zijn van de Elisa-methode naar de gevoeligere moleculaire PCR-tests verschoven.”

Dat zijn extra kosten. Berekent u dat door aan afnemers?

“Nee, de producten zijn niet duurder geworden. Klanten zijn er niet de dupe van geworden. De kostprijs is zeker verhoogd, ik schat met enkele procenten.”

U heeft twee tomatenrassen met resistentie tegen ToBRFV ontwikkeld voor de Mexicaanse markt. Hoe dicht bent u bij ToBRFV-resistente rassen voor de Nederlandse markt? Staan ze al in uw demokassen in Bleiswijk uitgeplant?

“Ik kan daar niets over zeggen, maar het zou gek zijn als we als marktleider tomaat daar niets in ontwikkelen. Ik vertrouw er trouwens op dat onze collega-bedrijven ook hun speerpunten hebben.”

Bij die zoektocht naar resistente rassen is echt geen enkele samenwerking met die collega-bedrijven?

“Die uitwisseling is er wel als er lijnen zijn die reeds commercieel in de markt gezet zijn. Tot die tijd zijn die lijnen in de ontwikkelingsfase en is het niet gebruikelijk deze te delen.”

In het verleden zijn plantenziektes gelinkt aan zaad, zoals Clavibacter. Heeft u eigenlijk een claimafdeling?

“Een claimafdeling hebben we niet nodig. We doen erg ons best om problemen te voorkomen, ook op onze zaadproductiebedrijven. Clavibacter heeft wel gebracht dat we het hygiëneprotocol GSPP introduceerden. Dat heeft tot veel goede dingen geleid bij zaadproductie. Op de veredelingslocatie ging toen al het slot op de deur.”

Als u de beschikking had over de nieuwe nog niet toegelaten veredelingstechnieken, was u dan al met Nederlandse ToBRFV-resistente rassen gekomen voor de Nederlandse markt?

“Ik denk het niet. We waren natuurlijk al eerder begonnen met resistentieveredeling vanwege reeds bekende Tobamo-virussen. Ook met een techniek als CrisprCas is resistentieveredeling nog steeds complex. Je wilt de gunstige eigenschappen van de ouderlijnen behouden. Dat je met traditionele technieken werkt, is dus geen issue als je weet waarvoor je veredelt. Natuurlijk zouden we wel graag zien dat onze gereedschapskist met nieuwe veredelingstechnieken wordt uitgebreid.”

In het Innovatiepact van Greenport West-Holland staat dat bij veredeling grote doorbraken verwacht worden van big data en kunstmatige intelligentie. Is dat belangrijker dan nieuwe gentechnieken als CrisprCas?

“Met data-analisten kunnen we zoveel mogelijk informatie vastleggen over raseigenschappen en indicatoren. Daarin zetten we stappen. Groene vingers blijven wel altijd nodig. Een robot kan je indicatoren geven, maar hij ziet of voelt niet hoe een plant in balans staat. Toch proberen we die plantbalans nu ook te digitaliseren om verder te komen met kunstmatige intelligentie en big data. Hoe houdt een preiras zich bijvoorbeeld onder een temperatuur van 40 graden? We willen zoveel mogelijk informatie over raseigenschappen verzamelen. Met digitalisering kun je dus versnellen door beter voor te selecteren, maar CrisprCas kan helpen als je in dat proces een eigenschap verliest.”

Groene vingers blijven altijd nodig. Een robot kan je indicatoren geven, maar hij ziet of voelt niet hoe een plant in balans staat.

Zaadfirma’s kiezen met exclusieve rassen al jaren voor partnerschappen met supermarkten. Heeft dat voldoende opgeleverd, ook voor telers?

“Ik denk dat het aantal innovaties en de omzet daaruit is toegenomen. Telersverenigingen vragen exclusiviteit, bijvoorbeeld een bloemkool die wit blijft. De invloed die wij op de prijs hebben is indirect. We leveren kwaliteit en smaak, zodat de klant terugkomt. We hebben het idee dat consumenten er nu meer voor openstaan. Voor kwaliteit willen ze ook meer betalen. We zien een versnelling in partnerschappen ontstaan. Dat is een maatschappelijke ontwikkeling, zoals de aandacht voor duurzaamheid en gezondheid. Dit wordt ondersteund door online winkelen. We spelen daarop in bijvoorbeeld met een trostomaat waarvoor geen verpakking nodig is.”

In hoeverre kunt u eigenlijk verduurzaming versnellen door speciale rassenontwikkeling?

“Als een ras te veel warmte vraagt, komt deze niet meer op de markt. Daar zit niemand meer op te wachten. Natuurlijk is de kilo-opbrengst belangrijk in die discussie over energiegebruik. Dat soort zaken speelt al langer een rol in rassenkeuze.”

U veredelt en speelt zo in op toekomstige ontwikkelingen. U moet bijvoorbeeld Vertical Farming op waarde schatten. Hoe groot is het deel van uw research hiervoor?

“Hoe groot deze teelt wordt, weten we eerlijk gezegd niet. Wereldwijd zie je glas nog steeds het hardst groeien, terwijl daglichtloze containerteelt bij steden wel een vlucht neemt, zeker voor kleinere producten. Zolang kassenteelt een kostenvoordeel heeft, zal deze teelt klein blijven bij grotere glasproducten. Voor de ontwikkeling van rassen voor de indoorteelt hebben we een partnership met Unfold, een joint-venture van Bayer dat geleid wordt door een voormalige directeur van ons. Wat dat betreft worden veel bruggen gebouwd. We doen dus niet alles zelf. Wel zetten we onze digitale kennis van rassen in bij voorselectie van geschikte rassen voor indoorteelt.”

Behalve de vlaggen op het terrein, hoe kunnen we merken dat u geen Monsanto-onderdeel meer bent, maar een Bayer-dochter?

“Bayer voelt als rustig vaarwater met een andere cultuur. Monsanto had een Amerikaanse cultuur, waar we ook veel van geleerd hebben. Bayer voelt anders. Vegetables Seeds is niet de grootste divisie, maar de specifieke koers van Bayer ‘Health and Nutrition’, daar passen we goed in. Bayer opereert ook transparanter, denk ik. Je ziet dat aan ons De Ruiter Seeds Experience Centre in Bleiswijk. Dat was een product democentrum, maar is nu ook opgenomen in het Bayer ForwardFarming-netwerk van proef- en demobedrijven waar we mikken op jaarlijks 5.000 bezoekers. Het is belangrijk om het verhaal van de sector te blijven vertellen.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin