Doorgaan naar artikel

​Valse start dreigt voor GLB

Volgend jaar begint het nieuwe GLB. Met als noviteit de ecoregeling. Grote vraag is hoeveel akkerbouwers en groentetelers daarvan ten volle gebruik kunnen maken. Een overgangsjaar is onbespreekbaar voor LNV.

Het nieuwe GLB (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) gaat 1 januari 2023 in. Het systeem waarmee Europa boeren ertoe wil aanzetten nog duurzamer te boeren, kent als noviteit de zogenoemde ecoregeling (zie kader ‘Gaan voor goud, zilver of brons’). Bovenop de basispremie kun je in aanmerking komen voor een ecopremie, als vergoeding voor duurzame (teelt)maatregelen op het gebied van klimaat, bodem & lucht, water, landschap en biodiversiteit.

Niet alleen GLB, ook 7e actieprogramma nitraatrichtlijn grote uitdaging

“Op zichzelf is dit keuzemodel prima”, zegt Aleid Dik, directeur van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV). ‘’Praktisch alle akkerbouwers zijn het ook wel eens over de noodzaak tot verduurzaming. Maar dat zal linksom of rechtsom wel betaald moeten worden.” En daar wringt nu precies de schoen. Want uit de tweede praktijktoets medio juni, waarin het bedrijf Aequator in opdracht van LNV de inkomenseffecten van het GLB heeft doorgerekend, bleek dat het verdienvermogen van de meeste boeren en met name akkerbouwers op korte termijn zal dalen.

‘Het GLB is niet aantrekkelijk’

Meer doen en minder beuren; dat is de bottleneck. Nu is het inmiddels wel duidelijk geworden dat volgend jaar nog niet te voldaan hoeft te worden aan twee van de negen zogenoemde Goede Landbouw en Milieu Condities (GLMC). Voordat je überhaupt aan het GLB mee kunt doen moet je aan al deze GLMC’s voldoen, naast andere randvoorwaarden op het gebied van wetgeving, milieu, gezondheid en dierenwelzijn. In augustus heeft de Europese Commissie besloten dat lidstaten derogatie kunnen aanvragen voor GLMC 7 (eisen aan gewasrotatie) en GLMC 8 (4% van het bouwland niet productief laten). Nederland gaat daarvan gebruik maken.

Verstrekkende realiteit

Het is mooi dat akkerbouwers volgend jaar nog niet te hoeven voldoen aan met name GLMC 8. Maar Tineke de Vries, voorzitter LTO-vakgroep Akkerbouw en Vollegrondsgroente, wijst in dit verband op een andere verstrekkende realiteit waar akkerbouwers óók volgend jaar mee te maken krijgen: het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP). Waar het GLB met de ecoregeling een keuzemodel is, is het 7e AP een wettelijke verplichting. Waarbij er bufferstroken ingericht moeten worden van 2 meter breed langs waterlopen tot zelfs 5 meter breed langs ecologisch kwetsbare waterlopen.

RVO Simulatietool pas begin oktober klaar

Kortom: de derogatie GLMC 8 in Nederland is feitelijk een wassen neus, want vanuit het 7e AP en vanuit GLMC4 raak je als akkerbouwer via de bufferstroken sowieso direct productief land kwijt. Bij keuze voor deelname aan alleen de basispremie wordt deze nog enigszins vergoed. Voor De Vries is het duidelijk: ‘’Het GLB zoals dat er nu ligt is voor de meeste akkerbouwers niet aantrekkelijk.”

2023 als overgangsjaar

Aequator heeft na de tweede praktijkproef een derde doorrekening gemaakt na aanpassingen in de ecoregeling, waardoor deelname gemakkelijker zou worden. Er is lang gewacht op deze derde doorrekening, maar op 31 augustus heeft LNV-minister Henk Staghouwer de Tweede Kamer daarover geïnformeerd.

Uit de derde doorrekening blijkt dat vooral de punten voor de duurzaamheidsthema’s landschap en biodiversiteit bij 11 eco-activiteiten zijn opgetrokken. Door deze aanpassingen voldoen alle 14 doorgerekende bouwplannen nu wel aan de instapeis voor landschap (bij de tweede doorrekening was dat maar de helft). Maar voor 4 van de 14 bouwplannen blijft biodiversiteit de bottleneck (dat waren er 6 in de tweede doorrekening).

Kamerbrief Staghouwer

In de Kamerbrief schrijft Staghouwer verder dat hij 1 extra punt toekent voor biodiversiteit bij langjarig grasland, en een extra eco-activiteit toevoegt in de vorm van vezelgewas. En tot slot de regio-indeling iets aanpast. Oldambt en Veenkoloniën zaten samen bij regiogroep 1. Dat wordt nu gesplitst: Oldambt gaat naar regiogroep 2, de Veenkoloniën blijven bij regiogroep 1.

Al deze aanpassingen bekoren LTO en NAV nauwelijks omdat het in hun ogen sowieso te laat is. Ze blijven er daarom voor pleiten om tenminste 2023 te beschouwen als een overgangsjaar. Akkerbouwers zijn immers nú bezig met het maken van hun bouwplan voor volgend jaar. ‘’Ik ga binnenkort wintergerst zaaien”, aldus LTO-akkerbouwvoorzitter De Vries. ‘’Ik ben er best wel pissig over dat het zo’n puinhoop is.” Een woordvoerder van RVO laat weten dat er wat LNV betreft geen sprake kan zijn van uitstel of een overgangsjaar. ‘’Op Europees niveau gaan de nieuwe regels per 1 januari 2023 in. RVO bereidt het GLB voor met een startdatum van 1 januari 2023. De Aanmelding GLB wordt opengesteld per 1 december 2022.”

Niet verder dan de basispremie

Dirk Jan en Tanja Beuling - Foto: Hans Banus
Dirk Jan en Tanja Beuling – Foto: Hans Banus

Uit de doorrekening van het typisch Veenkoloniale bouwplan van het akkerbouwbedrijf van Dirk Jan en Tanja Beuling (zie kader ‘Waarom gebruiken we 2023 niet als overgangsjaar’) blijkt dat ze, ondanks de keuze voor 11 eco-activiteiten, de instapeis voor de ecoregeling niet halen. Waardoor ze volgend jaar niet verder komen dan alleen de basispremie. In de gebruikte rekentool van Alfa Accountants en Adviseurs zijn de aanpassingen naar aanleiding van de tweede praktijktoets al verwerkt.

Wat deze rekenexercitie verder aan het licht brengt is een aantal onduidelijkheden, onzekerheden en consequenties. ‘’Wat gebeurt er bijvoorbeeld met GLB-geld dat op de plank blijft liggen als blijkt dat velen niet in aanmerking komen voor de ecoregeling”, vraagt Dirk Jan Beuling zich hardop af? En waarom zijn er relatief zo weinig eco-activiteiten voor akkerbouwers? Zo wijst Tanja Beuling op veel duurzaamheidsinspanningen die ze gedeeltelijk zelf al toepassen, maar die niet terug te vinden zijn in de ecoregeling. Denk aan niet kerende grondbewerking, infiltratiegreppel (ondiep bassin om afvoer van water met mest en nutriënten naar het oppervlaktewater tegen te gaan, red), zonnepanelen, precisielandbouw, etc.)

Structurele aanpassing

Tanja en Dirk Jan Beuling gaan nog verder puzzelen. ‘’Maar mijn bedrijfsvoering zal structureel aangepast moeten worden”, constateert Dirk Jan Beuling al wel na de eerste GLB-doorrekening. Nu is dat natuurlijk ook het doel van het nieuwe GLB. De tijd van vaste inkomenssteun en marktondersteuning ligt allang achter ons. En verduurzaming van de landbouw, als antwoord op uitdagingen rondom de vijf duurzaamheidsthema’s die nu expliciet onderdeel zijn van het GLB, is een trend die in het huidige GLB ook al zichtbaar is.

RVO: geen sprake van uitstel of overgangsjaar

Nu medio vorige week eindelijk duidelijk is geworden hoe de ecoregeling eruit ziet, zal de komende maanden moeten blijken hoe hoog de lat ligt voor elke individuele akkerbouwer. En zal blijken of de intrinsieke sprongkracht die elke individuele akkerbouwer in principe heeft toereikend genoeg is om de hoogte te halen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin