Doorgaan naar artikel

Tuta absoluta aanpakken rond teeltwisseling

Met een grondige teeltwisseling en vroegtijdige signalering en bestrijding zijn problemen met Tuta absoluta in de nieuwe teelt te voorkomen.

Tuta absoluta is met een aantal chemische middelen goed te bestrijden. Rupsen van Tuta absoluta kunnen worden bestreden met flubendiamide (Fame), abametine (Vertimec), emamectin benzoaat (Proclaim), spinosad (Tracer) en indoxacarb (Steward). Maar het gebruik ervan is tijdens de teelt soms moeilijk inpasbaar in de biologische bestrijding. Bovendien worden de regels voor residuen van chemische middelen (mrl’s) steeds strenger. De tegen wittevlieg gebruikte roofwants Macrolophus pygmaeus (voorheen M. caliginosus) blijkt in de praktijk de mineermot goed te bestrijden. Maar het duurt vaak tot mei-juni eer de Macrolophuspopulatie voldoende op niveau is. Tot die tijd is het tomatengewas dus extra kwetsbaar voor een aantasting van Tuta. Het is daarom belangrijk de plaag zoveel mogelijk uit te roeien tijdens de teeltwisseling en meteen daarna signaleringsvallen (feromoonvallen met kleefplaten) op te hangen om vroege aantasting waar te nemen.



Tijdig ingrijpen

Door bij de eerste aantasting voortvarend te bestrijden is vruchtschade te voorkomen. In een Belgisch onderzoek van dit jaar op zes tomatenbedrijven konden twee telers die tijdig chemisch ingrepen tegen een vroege infectie de mineermot voldoende onder controle houden totdat de roofwantsen (M.pygmaeus) de bestrijding in de zomer overnamen. Bij een teler die te lang wachtte met ingrijpen verspreidde de plaag zich vanaf april door heel de kas. In juni was er gemiddeld een mineergang per blad te vinden en werd vruchtschade vastgesteld, staat te lezen in Proeftuinnieuws van 26 oktober. Na behandeling met Tracer in combinatie met de inmiddels opgebouwde M.pygmaeus-populatie werd de plaag uiteindelijk beheersbaar.



Continu monitoren

De Belgische onderzoekers raden aan de Tuta constant te monitoren tot het einde van de teelt, tijdens de teeltwisseling en bij de start van de nieuwe teelt. De feromoonvallen met kleefplaten vangen de vliegende mannetjes en geven een goede indicatie van de populatiedruk. De teelt dient zo schoon mogelijk te worden beëindigd, desnoods met extra bestrijdingen tegen de rupsen. Dat verkleint de kans op een vroege aantasting in de nieuwe teelt. De larven van Tuta verpoppen in, onder en tussen de substraatmatten, op de grond of in allerlei kleine hoeken en gaatjes. Vervangen van het substraat en folie, gevolgd door een goede ontsmetting van de kas verkleint de kans op overleving van de poppen aanzienlijk.



Gewaswaarnemingen

Naast de monitoring met feromoonvallen is minstens zo belangrijk om gewaswaarsnemingen te doen. Mijnen in het blad zijn meestal de eerste tekenen van de aanwezigheid van Tuta absoluta. Maar jonge mijnen onderscheiden zich niet eenvoudig van mijnen van mineervliegen. In oudere mijnen is duidelijk plaatselijke ophoping van uitwerpselen te zien. In mijnen van mineervliegen is dat alleen een onderbroken zwarte streep. Voor de biologische bestrijding is alles erop gericht zo snel mogelijk een populatie van Macrolophus pygmaeus op te bouwen. Daarnaast kunnen massa-feromoonvallen (watervallen) een populatie reduceren door mannetjes weg te vangen.

Share this

Afbeelding
Gerard Boonekamp

oud-redacteur

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin