Nog nooit werden in Nederland zoveel tomaten geproduceerd als nu. Dit succes was eind van de vorige eeuw zeker geen vanzelfsprekendheid. Maar door betere rassen, teelttechniek en succesvolle segmentatie is het product de imagocrisis van toen glansrijk te boven gekomen.
Met ruim 800 ton tomaten is Nederland een van de grootste tomatenproducenten van Europa. En de telers halen de hoogste gemiddelde productie per vierkante meter: ruim 47 kilo (zie grafiek). Dit gemiddelde productiviteitscijfer wordt getemperd doordat speciale, goedsmakende en dus ook kleinere tomaten een toenemend aandeel hebben in het totale areaal. En hoe kleiner de tomaat, hoe moeilijker er een hoge productie mee te halen. De maximale kilo-opbrengst is geen alleenheerser meer. Het gaat steeds meer om de aansluiting bij de wensen van de consument en het inspelen op de verschillende gebruiksmomenten van de tomaat. Daarbij komen heel andere eigenschappen te pas dan alleen de productie: smaak, suikergehalte (brix), stevigheid, vorm, kleur en niet te vergeten de verpakking en marketing. Sinds het imago-debacle van de jaren negentig van de vorige eeuw is het eenheidsproduct tomaat in drie sorteringen omgevormd tot een populair en culinair hoogstaand product waarmee eindeloos valt te variëren.
Het aantal teeltbedrijven is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw snel gedaald. In 2011 stonden er nog 385 tomatenbedrijven geregistreerd. De gemiddelde bedrijfsgrootte in de tomatenteelt ligt daarmee rond 4,5 hectare, bijna drie keer zo groot als in 2000. Daarmee groeide deze teelt het snelst in bedrijfsomvang van de hele glastuinbouw. De groei is voor een groot deel toe te schrijven aan de bedrijven die in 2000 ook al het grootst waren.