Een teler die een gerechtelijke strijd voert tegen de overheid die een EIA-investeringsaftrek weigerde voor een led-installatie heeft eigenlijk niets te zoeken bij de Hoge Raad. Het is wreed dat zijn rechtsbijstandsverzekering dit adviseert, stelt de procureur generaal in zijn advies.
De teler heeft in 2021 een forse investering gedaan (€1,3 miljoen) in energiebesparende maatregelen op zijn bedrijf, namelijk led-belichting. Daarvoor was toen nog 45% investeringsaftrek mogelijk via de EIA-regeling. De aanvraag werd geweigerd omdat het ministerie een strenge termijnbepaling strikt toepaste.
Ook het College voor Beroep van bedrijfsleven gaf de teler geen gelijk. Omdat het aanschaffingskosten waren, had de aanvraag binnen drie maanden na de aanschaf moeten worden aangevraagd. De teler stelde om die reden dat het om voortbrengingskosten ging die buiten die termijn kunnen worden aangevraagd.
Advocaat krijgt tik op de vingers
Strikt gezien kan de teler na de beroepszaak door naar de Hoge Raad, maar dit is zeer uitzonderlijk. De Hoge Raad kan alleen kijken naar of de begrippen juist zijn gebruikt en biedt geen rechtsbescherming. De procureur generaal noemt de Hoge Raad voor de teler een dode mus en wijst de advocaat van de teler terecht. Dat leken niet begrijpen dat de Hoge Raad de teler eigenlijk niet kan helpen, begrijpt hij wel. “Deze zaak laat zien dat dit ook lastig is voor rechtsbijstandverleners van kantoren met een gevestigde naam.”
De procureur generaal begrijpt dat de teler zich onrechtmatig behandeld voelt door de overheid en begrijpt dat deze zich daartegen verzet, maar de zaak had nooit tot de Hoge Raad moeten komen, stelt hij in zijn advies. De investering kan toch niet anders gezien worden dan een aanschaf.