Doorgaan naar artikel

Teler met arbeidsmigranten in politiek mijnenveld

Met het aspergeseizoen in volle vaart en de aardbeienoogstpiek die eraan komt, lopen de internationale medewerkers van de telers weer meer in het oog. De aandacht is daarbij de laatste weken nogal op de zuidelijke provincies gericht.

Deze week kwam in het nieuws dat weer een landelijk Outbreak Management Team in het leven geroepen. Geen OMT vanwege corona, maar vanwege de mazelen, die in eerste instantie onder Roemeense arbeidsmigranten in de regio Eindhoven om zich heen grijpt. Het importeren van een Roemeense mazelenuitbraak is overigens vooral zorgwekkend omdat in Nederland de vaccinatiegraad zo omlaaggegaan is.

Arbeidsmigranten speelden ook een rol vorige week bij de brand in een loods van aardbeienbedrijf Havu in het Brabantse Haaren. Daar raakte een medewerker gewond. Veertien andere in het uitgebrande pand gehuisveste arbeidsmigranten konden ongedeerd naar buiten komen. Het herinnert gemeenten aan de veiligheidseisen die worden gesteld aan door telers op hun bedrijf gebouwde onderkomens.

Discriminerende huisvestingsregeling

Een eindje oostelijker in Brabant is groenteteler Adrie van den Einden bezig dergelijke onderkomens gerealiseerd te krijgen nabij zijn groentevelden. Het nieuws rond deze huisvesting, is dat de gemeente Someren dat met deels onwettige, want discriminerende, regelgeving wil tegenhouden. Someren maakt in de huisvestingsregeling, die onderdeel is van het bestemmingsplan buitengebied waarin Van den Einden actief is, onderscheid tussen een Nederlander en een ‘persoon die vanuit een ander land naar Nederland komt met als doel arbeid te verrichten en inkomen te verwerven en zijn hoofdverblijf elders heeft’. Dat is discriminatie naar af- en herkomst, oordeelt de Raad van State, bij wie Van den Einden in hoger beroep ging.

Inleners nemen weinig verantwoordelijkheid

Deze tuinbouwbedrijven nemen zelf het heft in handen om voor goede huisvesting te zorgen. Jan Cremers, arbeidssocioloog verbonden aan de Tilburg University, constateert echter dat al te vaak werkgevers verantwoordelijkheid voor goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden afschuiven. Voor onderzoek dat gepubliceerd werd in 2018, onder werkgevers in meerdere sectoren, sprak hij ook tuinders in onder meer het Westland en Zeewolde. En in 2021 deed hij onderzoek in de provincie Noord-Brabant. “Uit beide onderzoeken kwam naar voren dat wanneer werkgevers hun mensen via een uitzendbureau aan het werk hebben, ze weinig verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen voor de lokale gemeenschap van het op grotere schaal inzetten van migranten.”

“Voor gesprekken op de bedrijven zou je denken dat je bij de afdeling HR moet zijn. Maar dan werd ik doorverwezen naar de afdeling planning. Dat wordt ook zo ervaren bij de werknemers zelf. Die merken een tweedeling tussen de mensen die in dienst zijn van het bedrijf zelf en de mensen die via een uitzendbureau werken. Die voelen zich behandeld als een nummer.”

Groot verloop geeft permanente tijdelijkheid

“Qua omvang is de groep arbeidsmigranten tussen de 8 à 10% van de werkende bevolking. In sommige bedrijven en bedrijfstakken is dat nog veel meer. Zoals in de tuinbouw of in de distributiecentra. De arbeidsmigranten die als ingeleende tijdelijke krachten werken, krijgen het minst leuke werk te doen en bouwen weinig binding met het bedrijf op. Het verloop is dan ook groot. We hebben in Nederland nu structureel 800.000 arbeidsmigranten aan het werk, maar het zijn telkens nieuwe mensen. Die permanente tijdelijkheid heeft belangrijke consequenties voor het beleid. Dat moet meer structurele dan tijdelijke maatregelen bevatten om gezonde leef- en werkomstandigheden te waarborgen.”

We hebben in Nederland nu structureel 800.000 arbeidsmigranten aan het werk, maar het zijn telkens nieuwe mensen

“Uit onze gesprekken met de arbeidsmigranten komt steevast naar voren dat huisvesting het grootste knelpunt is. Ook daarvoor wijzen inlenende ondernemingen naar het uitzendbureau of de gemeente. Maar het werkt veel beter als de werkgevers zelf de mensen in dienst nemen en in dienst houden. Zelf verantwoordelijkheid voelen voor goede huisvesting, voor aantrekkelijk werk met carrièreperspectief, voor tevreden werknemers die daardoor ook niet als een bron van overlast of als slachtoffer van uitbuiting – of allebei – worden gezien.

Veel meer aardbeien- dan aspergebedrijven met AKF

Bij aardbeienbedrijf HG Eerenburg brengen broer en zus Niels en Charlotte Huijsmans precies dat in de praktijk. De arbeidsmigranten die er werken zijn direct in dienst bij het familiebedrijf. En ze wonen in huisvesting óp dat bedrijf, met certificering van Agrarisch Keurmerk Flexwonen. Dat AKF-keurmerk blijkt vooral populair bij aardbeien- en andere fruitbedrijven. Waar bijvoorbeeld maar vijf aspergebedrijven een AKF-gecertificeerde huisvesting hebben, daar hebben vijf keer zoveel aardbeienbedrijven zo’n oorkonde aan de muur.

Ook voor gemeenten spannend

Deze week was er bij het aardbeienbedrijf in Nispen een werkbezoek, georganiseerd door de ZLTO. “Vooral om wat meer bekendheid te geven aan wethouders en gemeenten”, aldus gastvrouw Charlotte Huijsmans. Zij heeft bij het krijgen van vergunningen voor de bestaande én een tweede nieuw te bouwen huisvesting gemerkt dat het voor de gemeente ook ingewikkeld en spannend is. “Zeker toen we twaalf jaar geleden het eerste gebouw neerzetten. Toen was dat ook voor de gemeente allemaal vrij nieuw.”

Voor in totaal 100 bedden is HG Eerenburg gecertificeerd volgens het Agrarisch Keurmerk Flexwonen. Op dit moment verblijven er zo’n 25 internationale werknemers. Als straks het vollegrondsaardbeienseizoen losbarst loopt de bezettingsgraad op. Volgend seizoen zouden er nóg eens 100 bedden bij kunnen zijn gekomen, als bij de nieuwe vergunning ook een bouwbedrijf is gevonden en de financiering rond komt en alle benodigde onderzoeken gedaan zijn. En ondertussen is de gemeente Roosendaal, waar Nispen onder valt, zich aan het verdiepen in eventuele nadere eisen die voortvloeien uit de Wet Goed Verhuurderschap, die vorig jaar van kracht werd.

Dorpen en steden ontlasten

Huijsmans: “Iedereen juicht wel toe dat telers met eigen huisvesting de steden en dorpen ontlasten. Maar het wordt ook wel weer lastiger gemaakt. Bijvoorbeeld als je straks niet meer als werkgever ook huurbaas mag zijn. Moeten ze dan toch weer elders wat gaan zoeken? Ze vinden het juist prima hier. Geen woon-werkverkeer, tussen de middag thuis eten, eigen faciliteiten zoals een sportruimte. Dat voordeel moet voor onze mensen toch ook behouden kunnen blijven.”

Overlast dakloze arbeidsmigranten

Hoe dat elders wel degelijk lelijk mis kan gaan, is te zien in de gemeente Venlo. Arbeidsmigranten die tegelijk hun baan en hun huisvesting verliezen en als dakloze op straat terechtkomen. Zij geven daar zoveel overlast dat nu de gemeenteraad burgemeester en wethouders oproepen om de kosten voor hulpverlening en overlast te verhalen op de bedrijven die deze mensen naar Nederland hebben gehaald en ook weer op straat hebben gezet.

Politiek sentiment maakt beleid onzeker

De Limburgse Land- en Tuinbouwbond krijgt over huisvesting van arbeidsmigranten veel vragen binnen. “Vanwege het feit dat er rondom het thema huisvesting zoveel politiek sentiment ligt, passen gemeenten vaak hun beleid aan, durven ze geen beslissing te nemen en wordt het steeds lastiger om vergunning te krijgen”, zegt Nicole Alberts, projectleider Arbeidsmarkt en Onderwijs bij de LLTB. “En als deze vergunning er komt, is het vaak maar voor 10 of 15 jaar.” Ondernemers willen zeker investeren in adequate huisvesting, maar volgens Alberts is dat voor zo’n kortere periode veel moeilijker rond te rekenen.

Alberts: “Namens LLTB zit ik dan ook veel aan tafel met ondernemers, gemeenten en politiek om te kijken wat er mogelijk is of om weer beweging in dossiers te krijgen. Ook het feit dat we in een woningkrapte zitten, heeft onze aandacht en daarom lobbyen we ook voor bouwen, bouwen, bouwen.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin