Sport, flexibiliteit en winstgevendheid

Op 10 september jongstleden hebben de glastuinders uit Berlikum (Fr.) samen met de SV Friesland, de grootste hardloopvereniging van Noord-Nederland voor de 7e keer de Glazenstadloop georganiseerd. Voor mij aanleiding om weer eens (top)sport met ondernemen in de tuinbouw te vergelijken.

Prestaties. Zich met elkaar meten. (In jezelf) investeren. Competitie/concurrentie. Winnaars en verliezers. De overeenkomsten zijn legio. Laten we een stap verder gaan en geld in de vergelijking brengen. Altijd als er geld in het spel komt, ontstaan  er verschillen, verschijnt er tweedeling, zien we de haves en de have-nots opdoemen. In de sport halen sommigen miljoenen per jaar binnen terwijl anderen het met een autootje en een trainingspak moeten doen. Dat is meteen het verschil tussen een topvoetballer en een tophandballer in NL. Waar dat aan ligt? In ieder geval niet aan de prestaties. Als we een Nederlands voetbalelftal samenstellen uit alleen maar spelers die in NL voetballen, zijn hun prestaties vergelijkbaar met wat voor de Nederlandse handballers op het wereldpodium haalbaar is.  Toch is het antwoord simpel:  voetballen is veel populairder in de polder dan handballen of hardlopen. Dus veel grotere toeschouwersaantallen, veel hogere tv rechten en reclame-inkomsten. En het overgrote deel van dat geld gaat naar de spelers.

Populariteit
Gaat dat in de tuinbouw niet op de zelfde manier? De populariteit van het product is bepalend voor  de financiële positie van de tuinder. Is daarmee de kous af? Of kunnen we er ons voordeel mee doen? 
Ik denk dat veel tuinders liever een populair product telen dan een impopulair.  Dat betekent dat je zo nu en dan moet switchen om dat te bereiken en dat kan alleen als je flexibel bent.  Dus tuinders, bouw die flexibiliteit in. In je kennis, je vaardigheden en de bouw van de kas.
De (Noord)Italiaanse bedrijven staan bekend om hun buitengewoon grote flexibiliteit. Het Duitse bedrijfsleven dwingt respect af door degelijkheid, innovatie en kwaliteit. Als de Duitse en Italiaanse ondernemers het beste van elkaar overnemen, ontstaan er topbedrijven die onder alle omstandigheden winstgevend zijn.
Wat houdt de glastuinbouw tegen om zo’n positie te bereiken?