De glastuinbouw wil voor 2030 circa 3.000 hectare verouderde kassen vernieuwen.
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kan een energielabel daarbij helpen. Dat blijkt uit de doorrekening door het PBL van de plannen van de sector voor het klimaatakkoord. Het PBL geeft voor verschillende sectorvoorstellen kritiek en suggesties. Zo vraagt het PBL zich af of de vernieuwingsopgave van 300 hectare per jaar wel haalbaar is, gezien het tempo van vernieuwing in de laatste 10 jaar.
Voor die vernieuwing van oudere kassen (van voor 2000) ziet het PBL wel wat in een energielabel op grond waarvan de slechtst presterende kassen verplicht vernieuwd moeten worden, wel met financiële steun van de overheid. Voor deze kassen is een besparing van 25% mogelijk. Die vernieuwing van het glasbestand kost de sector tot 2030 naar schatting € 5,6 miljard.
Energieontwikkelingen
Voor wat betreft de doelstelling van de sector om gas-wkk’s uit te faseren, vraagt het PBL zich af of wel goed genoeg naar ontwikkelingen is gekeken op het gebied van nationale energievoorziening. Nu is het plan met een sectorbril opgeschreven, concludeert het PBL. Ook lijkt het plan nog te wijzigen bij ontwikkelingen in nationale energievoorziening.
In het sectorplan wordt de warmte die door het volledig uitfaseren van gas-wkk’s (met uitzondering van biogas-wkk’s) niet meer wordt geproduceerd voor tweederde opgevangen door aardwarmte en restwarmte. Het PBL noemt het aantal van 52 aardwarmtebronnen in de glastuinbouw in 2030 haalbaar, maar wel ambitieus. Het gaat dan om 3 bronnen per jaar extra.
175 bedrijven met restwarmte
Om een CO2-reductie van 2,7 tot 3,0 Mton CO2 te realiseren, zal de glastuinbouwsector circa € 1,3 miljard moeten investeren in warmtevoorziening. Daarvan is € 850 miljoen nodig voor geothermie, € 420 miljoen voor emissiereducerende maatregelen in dat deel van de kassen die vernieuwd worden en € 35 miljoen voor restwarmte. Er zal volgens de plannen voor 175 glastuinbouwbedrijven de mogelijkheid van restwarmte ontstaan.
Het PBL wijst erop dat de glastuinbouw door alle plannen afhankelijker wordt van andere partijen. Daarvoor moet een constructie worden opgezet. Een deel van de investeringen (vooral restwarmte) vindt buiten de glastuinbouw plaats. Dat geld ook voor levering van CO2. Het PBL pleit er dan ook voor om ook banken en financieringsinstellingen te betrekken bij het uitwerken van de plannen in concreet beleid.
Beroep op grond
Het PBL raadt partijen uit de land- en tuinbouw voor de klimaatvoorstellen aan meer na te denken over de manier waarop de grond wordt gebruikt. Nu wordt daar uit vele hoeken een concurrerend beroep op gedaan.
Deze overlegtafel landbouw bij de klimaatonderhandelingen heeft ook nagedacht over emissies als gevolg van voedselconsumptie. Die tellen nu nog niet volledig mee in de Nederlandse cijfers, maar aanpak van die emissies kan vanuit klimaatperspectief zeer waardevol zijn. Ongeveer de helft van de CO2-reductie van de glastuinbouw is te winnen door verspilling terug te dringen in de voedingsketen.