Doorgaan naar artikel

Ruimte voor precisietechnieken in ecoregeling 2024

Er zijn mogelijkheden en goede argumenten om precisietechnieken op te nemen in de ecoregeling van het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid. Dat blijkt uit een bijeenkomst van de Nationale Proeftuin Precisielandbouw waar ideeën van het landbouwministerie werden aangevuld met ideeën van deelnemers aan NPPL. Een kwestie is nog wel dat maatregelen voor overheidsdienst RVO eenvoudig moeten kunnen worden gecontroleerd.

“Als in de ecoregeling ook punten zijn te verdienen met variabele pleksgewijze dosering van gewasbeschermingsmiddelen, is dan in de regeling ook geen plaats voor helemaal-niet-spuiten? Niet spuiten is altijd nog beter dan een-beetje-spuiten.” Het was woensdag 8 maart op een bijeenkomst van de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) in Kamerik (Zuid-Holland) een van de telersvragen in een brainstormsessie over precisietechnieken in de ecoregeling van het Nationaal Strategisch plan.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsekwaliteit (LNV) had een opzetje gemaakt over welke technieken van de precisielandbouw in de regeling zouden kunnen worden opgenomen. Beleidsmedewerker Frans Lips lichtte de elementen toe, NPPL-deelnemers mochten er op reageren en aanvullen.

Meer premie scoren

De ecoregeling is onderdeel van het Nationaal strategisch Plan, wat de Nederlandse uitwerking is van het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid. De regeling is gericht op verduurzaming van de landbouw. In de regeling voor 2023 heeft precisielandbouw geen plekje gekregen.

Op aandringen van de Tweede Kamer wordt precisielandbouw in 2024 toegevoegd aan de 22 activiteiten die al in de regeling zijn opgenomen. Daarmee wordt het voor telers die zich van deze technieken bedienen gemakkelijker om bovenop de basisvergoeding een premie te scoren voor Brons (+€ 60/ha), Zilver (+€ 100/ha) en Goud (+€ 200/ha).

RVO heeft tijd nodig

Daarbij is haast geboden, vertelt Lips van LNV. Wil de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) de nieuwe elementen goed kunnen inbedden in de regeling, dan moeten ze per 1 juni bekend zijn. Bij de weging van eco-elementen wordt behalve naar de bijdrage aan meer duurzaamheid door RVO ook gekeken naar controleerbaarheid en handhaafbaarheid, inzichtelijkheid en transparantie.

Om de inventarisatie en discussie op gang te brengen had het ministerie voorafgaand aan de brainstorm een lijstje met vier precisielandbouwtechnieken gemaakt: klimaat, water, bodem/lucht, landschap en biodiversiteit.

Opmerkingen en aanvullingen NPPL-telers

NPPL-telers hadden zoals gezegd opmerkingen bij en aanvullingen op het lijstje. Frans Lips reageert erop en belooft ze in ieder geval in te brengen bij LNV en RVO:

Kan niet-spuiten er ook niet in worden opgenomen? Een beslisssingsondersteunend systeem (BOS) kan immers ook aangeven dat een bespuiting beter kan worden overgeslagen.

Frans Lips: “Inderdaad, terechte aanvulling, een risicoanalyse vooraf kan bijdragen aan het halen van duurzaamheidsdoelen. Hoe dat dan precies is te beoordelen is aan RVO.”

Waarom staat achter niet chemische onkruidbestrijding robot en AI (artificial intelligence, red.)? Dat hoeft toch niet per se aan deze technieken te worden gekoppeld.

Lips: “Terechte opmerking. Deze bijdrage hoeft niet af te hangen van een bepaalde techniek.”

Waarom scoort precisiespuiten niet voor klimaat? Met niet of minder spuiten is toch minder middel en minder dieselverbruik, dat is toch goed voor het klimaat?

Lips: “Ja, wat wordt nou precies verstaan onder klimaat? Kan ik zo niet zeggen.”

Kan precisiebemesting worden uitgebreid met precisiebekalking en precisie composttoediening?

Belangrijke kwestie in de gedachtenuitwisseling in Kamerik ging over hoe RVO zou kunnen controleren en gebruik van precisietechnieken bij het spuiten. Het meest voor de hand liggende, het tonen van een zogeheten as applied-kaartje, blijkt op problemen te stuiten. In die zin dat het zelfs de meest doorgewinterde precisietelers niet of amper lukt zo’n bewijs van hoe precies is gespoten uit de machine te krijgen. Experst van Wageningen UR bevestigen dit.

Een teler: “Zou de aanschaf van de machine, van de techniek, al niet voldoende bewijs kunnen zijn dat je je aan de afspraken houdt?

Lips: “Hebben is nog niet altijd gebruiken. Dat valt nog te bezien.”

Een teler: “Laat LNV en RVO alsjeblief in België gaan kijken. Daar is er al ervaring mee. De praktijk van de uitdraai van een as applied-kaart blijkt weerbarstig. Het is allemaal nog niet zo vanzelfsprekend. Of een uitdraai van de druklogger op de spuitmachine.

Een teler: “Veel spuitwerk is loonwerk. Moet ik dan iedere keer als het klaar is met een USB-stickje op de loonwerkspuit springen om een kaartje mee te krijgen van wat hij precies gedaan heeft?

Lips: “Dat is een kwestie van afspraken maken tussen opdrachtgever een loonwerker. Hoe dan ook: wie niet vastlegt, doet niet mee. Daar heb je dan misschien als telers nog wel een stap te zetten.” Teler: “Hier ligt dan wel weer een kans voor een loonwerker om het leveren van data beloond te krijgen. Tot op heden zie je dat hij er vaak investeert en dat zijn klant er geen euro per hectare voor over heeft om ze te krijgen.”

Teler: “Als bewijs van variabele spuittechniek kan ook een foto van beeldscherm spuitmonitor worden ingebracht.”

Teler: “Dit wordt dan toch beetje omgekeerde wereld, het vraagstuk van de kip en het ei. Als het zo lastig of zelfs onmogelijk blijkt om een as applied te maken, terwijl dat op zich zou moeten kunnen, dan moet daar toch eerst de energie op gericht worden.”

Teler: “Kan de gewasbeschermingsmonitor hier niet iets betekenen? Geeft ook veel inzicht, alles staat in je registratie.”

Teler: “Kan het gebruik van een spuit met sectieafsluiting ook punten opleveren? Het voorkomen van overlap bij het spuiten valt immers ook onder precisie.”

Lips: “RVO zal zeggen dat je sowieso zo zuinig mogelijk moet werken.

Over de precisie-irrigatie komt vanuit de telers de vraag hoe breed die mag worden uitgelegd. Heeft die alleen betrekking op druppelirrigatie en subirrigatie?

Teler: “Met de Raindancer op het beregeningskanon bespaar ik de helft van het water. Alleen al komt 15% minder terecht bij de buurman. Dat is ook besparing. (De Raindancer kan in combinatie met GPS beregening via smartphone of PC op afstand worden bestuurd, red.).”

Voor Frans Lips van LNV is het ook een punt om mee te nemen. Doel is in ieder geval om efficiënter te werken dan standaardberegening. Hoe precies moet dat ingericht worden met bodemvochtsensoren, vochtbalans, hoeveel en wanneer beregenen? “Vraag is ook of alle akkerbouwers moeten kunnen meedoen of dat ze door de regeling worden uitgenodigd om stappen te zetten op het vlak van precisielandbouw.”

Teler: “En als ik nou niet beregen? Telt dat ook? Bij ons is beregening amper nodig. Niet beregening is altijd beter dan precisieberegenen.

Lips: “Onder meer daarom zijn in de regeling regio’s opgenomen. Om verschil te kunnen maken. Als iets in een bepaald gebied geen probleem is, dan hoeft daar op sommige maatregelen ook geen beloning gezet te worden.”

Teler: “Die regio’s zijn op dit punt vrij grof. In Overijssel bijvoorbeeld heb je lokaal grote verschillen; op de ene plek is het te nat, op de andere te droog.”

Lips: “Veel precisielandbouwactiviteiten kunnen beschouwd worden als een eco-activiteit. Zo zorgen ze voor een stap naar verdere verduurzaming.” Precisielandbouw komt in de ecoregeling, zoveel staat vast. “Op zich wil men nu de regeling van start is rust in de tent bij LNV. Maar voor precisietechnieken is een uitzondering gemaakt. Die komen er in 2024 bij.”

Bron: NPPL

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin