Doorgaan naar artikel

Roofmijt en wants stijgen op ranglijst biobestrijders

De roofmijt en roofwants worden vaker toegepast in glasgroente. Dat geldt niet voor sluipwespen.

Dat blijkt uit cijfers van het Compendium voor de Leefomgeving. Deze cijfers worden elke vier jaar gepubliceerd, maar kennen wel een vertraging. De cijfers zijn uit 2020. De Phytoseiulus persimilis (roofmijt) is dat jaar met 52 procent van het totaalareaal de meest voorkomende biologische bestrijder op de Nederlandse markt.

Op 95 procent van de Nederlandse glastuinbouwbedrijven wordt biologische bestrijding ingezet. Dat was in 2012 nog op 78 procent. Bij de grote glasgroentes is het percentage overigens al langer 100 procent. Aardbeien onder glas zitten daar net onder.

Roofmijt tegen spint

Het gebruik van de roofmijt tegen spint neemt nog gestaag toe, vooral in paprika. Met ruim 90 procent (van het areaal) is de toepassing ook het grootst in paprika. In komkommer wordt de roofmijt op 85 procent van het areaal toegepast voor spintbestrijding, in tomaten in minder dan 20 procent van de kassen.

Sluipwesp

Na de roofmijt is de sluipwesp de grootste levende biologische bestrijder in kassen. De soort is te vinden op 33 procent van het kassenareaal in Nederland om er de witte vlieg te bestrijden. Circa 80 procent van de tomatenkassen zetten sluipwespen in tegen witte vlieg. Wel daalde de toepassing sluipwesp bij komkommer, paprika en tomaat.

Meer tomatenkassen

Ook de roofwants neemt het op tegen de witte vlieg. Onder tomatentelers werd de roofwants (Macrolophus pygmaeus) in 2020 nog iets vaker ingezet dan de sluipwesp om witte vlieg te bestrijden. Het percentage tomatenkassen waar de roofwants werd ingezet, is 90 procent. Ook bij deze bestrijder was er groei ten opzichte van het laatste meetmoment in 2016.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin