Doorgaan naar artikel

Preiplantenteelt kan niet zonder beregening

Het voorjaar verloopt soepel voor de Limburgse preiteler Robin Peeters, maar de beregeningsinstallatie zal dit jaar sneller moeten worden ingezet dan normaal.

De voorjaarswerkzaamheden zorgen dit jaar voor opvallend minder stress. Dat beaamt Robin Peeters (25) uit het Midden-Limburgse Neer. “Dit jaar kunnen we rustiger en sneller zaaien”, ervaart hij. “Andere jaren moesten we soms net de droge dagen uitkiezen. Dat is dit jaar overbodig. Dit betekent aanzienlijk minder ‘voorjaarsstress’.”

"Dit jaar kunnen we rustiger en sneller zaaien", merkt Peeters. "Andere jaren moesten we soms net de droge dagen uitkiezen." - Foto: Guus Queisen

“Dit jaar kunnen we rustiger en sneller zaaien”, merkt Peeters. “Andere jaren moesten we soms net de droge dagen uitkiezen.” – Foto: Guus Queisen

Huub Laumen van loonbedrijf Maas in Kessel zaait de prei. Dit gaat vlot. “De ondergrond is niet nat, maar dat betekent wel dat we sneller zullen moeten beregenen.” Daarvoor beschikt Peeters over een beregeningsboom, die zorgt over het hele perceel voor een gelijkmatige en fijne beregening. “Beregenen is cruciaal voor de tuinbouw op deze zandgronden. Daarom dienen we te beschikken over voldoende beregeningscapaciteit.”

Peeters zegt duidelijk de gevolgen van de droogte van afgelopen jaar te hebben ervaren. “Hartje zomer stond op een perceel zelfs de waterput geheel droog.” Een buurman redde hem uit de brand. Dit jaar laat hij een nieuwe put slaan, voorzien van een ingebouwde pomp.

Biologische tuinbouw voor teelt in heel Europa

Samen met zijn ouders heeft Robin Peeters een biologisch tuinbouwbedrijf met in het bouwplan vollegrondsgroenten, zoals prei, courgettes, Chinese kool en pastinaak. Daarnaast bestiert Robin samen met Ruud Lenders onder de naam ‘Lenders-Peeters Organic Plants’ een biologische asperge- en preiplantenkwekerij.

Ze telen tussen 20 en 25 verschillende preirassen. Op basis van de bestellingen van de afnemers zaaien ze de rassen uit. In de loop van het jaar gaan de jonge plantjes naar telers van biologische prei in heel West-Europa. Vanaf week 8 tot en met week 17 worden de planten in Marokko opgekweekt. En vanaf week 19 tot en met week 30 worden de planten in Nederland opgekweekt. Peeters: “Voor deze teelt zijn hogere zandgronden, die niet al te droogtegevoelig zijn, erg belangrijk. Voor een goede opkomst en voldoende weerbaarheid dient de grond te beschikken over een hoog organischestofgehalte.”

Als voorvrucht telen ze grasklaver en vervolgens worden de percelen voorzien van een portie compost. Goed en gezond uitgangsmateriaal is van essentieel belang voor een gezonde biologische teelt. Een optimale bodem in combinatie met uitgebreide teeltkennis en ervaring vormt de basis voor perfect, biologisch opgekweekt, plantmateriaal.

Share this

Afbeelding
Guus Queisen

freelance landbouwjournalist

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin