Doorgaan naar artikel

‘Perenschurft steeds vroeger en heftiger’

Afbeelding
Bayer Cropscience

toonaangevend en innovatief in gewasbescherming, biotechnologie en zaaizaden

“Conference is de afgelopen jaren steeds vatbaarder geworden voor perenschurft. Dat vraagt om een straffere aanpak van de schimmel, vooral aan het begin van het seizoen.” Dat zegt Max Vervoorn, specialist gewasbescherming in grootfruit bij CAF. Behalve meer aandacht voor hygiënemaatregelen, zoals strokenpoetsen, pleit hij voor inzet van de sterkst mogelijk middelenmix. Uit veldproeven van afgelopen jaar blijkt dat Luna Care zeker in die mix thuishoort.

​“Het grootste probleem van perenschurft is misschien wel dat we er nog steeds niet alles vanaf weten”, zegt Max Vervoorn. Waar het probleem in appel door de jaren heen behoorlijk goed in kaart is gebracht en bovendien veel zichtbaarder is in de praktijk, blijft schurft in peer een grote mate van ongrijpbaarheid houden. “Neem bijvoorbeeld de incubatietijd van de schimmel. In appel – bijvoorbeeld Jonagold – ligt deze tussen 1 en 2,5 week, waarna de schimmel zich doorgaans goed laat zien op het blad. Bij peer kan de incubatietijd flink wat langer zijn en daardoor ook onduidelijker. Daar komt nog bij dat aangetast blad af valt, waardoor het nóg weer minder zichtbaar is. Perenschurft geeft dus zogezegd veel minder signalen af dan schurft in appel; dat maakt het voor telers lastiger om er grip op te houden.”

Als je weet dat één blad met schurft zo’n 30.000 ascosporen kan bevatten, dan weet je ook wat het tijdig verwijderen of vernietigen van oude blad op kan leveren

Schimmel past zich steeds meer aan

Volgens Vervoorn heeft de toegenomen vatbaarheid voor perenschurft (met name in Conference) meerdere oorzaken. Een belangrijke is het sterk toegenomen areaal Conference – vaak geteeld in grote blokken, waardoor de schimmel veel meer mogelijkheden heeft gekregen om zich aan te passen. Een aantal relatief warme en zachte winters heeft die aanpassingsmogelijkheden alleen maar groter gemaakt. Daarnaast speelt ook de veranderende manier van telen een rol. Vervoorn: “We willen steeds grovere peren, waarvoor we meer stikstof toedienen en dus ook meer groei in de bomen krijgen. Dit leidt tot steeds hogere bomen, waarbij het lastiger is om – zeker met een grove druppel die eerder valt – voldoende bedekking te krijgen bovenin de boom. Gevolg is dat hier steeds vaker takschurft op de eenjarige scheuten ontstaat – die we meestal niet goed opmerken, waarna de schimmel langzaam naar beneden kruipt en vervolgens heel lastig uit te bannen is.”

In dit kader wijst hij ook nog maar eens op het belang van bedrijfshygiëne. “Ik weet dat het wegpoetsen van blad en hout een hoop extra werk met zich meebrengt en dat dit karwei vaak samenvalt met de laatste snoeidagen, waar telers liever hun aandacht aan besteden. Maar met strokenpoetsen kun je de sporendruk zeer sterk verminderen. Als je weet dat één blad met schurft zo’n 30.000 ascosporen kan bevatten, dan weet je ook wat het tijdig verwijderen of vernietigen van oude blad op kan leveren.”

Perenschurft
Schurft in peer.

Alert op vroege infecties

Een belangrijk aandachtspunt van perenschurft zijn de vroege infecties in het voorjaar – wanneer de eerste knoppen gaan schuiven. Vervoorn legt uit: “In de eerste weken van het primaire seizoen worden er bij peren meer ascosporen uitgestoten dan bij appels. Die uitstoot van ascosporen begint normaal gesproken zo rond half maart. Rijpe sporen in combinatie met groene delen en een bepaald aantal uren bladnat en voldoende temperatuur betekent al gauw infectiegevaar. Als er in het primaire seizoen schurft wordt opgelopen blijven aangetaste schurftvlekken op bijvoorbeeld de vruchten conidiënsporen uitstoten gedurende de rest van het seizoen. Ook kunnen eenjarige scheuten schurft oplopen: takschurft.”

In tegenstelling tot ascosporen kan kieming en verspreiding van conidiën ook al bij dauwnatte nachten plaatsvinden. Juist daardoor vormen de conidiënsporen een nog groter probleem dan ascosporen, temeer de gevolgen daarvan in de vorm van takschurft maar heel lastig zijn uit te bannen. “Takschurft blijft minimaal drie jaar zitten, waarbij met name in het eerste jaar meteen weer de grootste hoeveelheid conidiënsporen – zo’n 70 procent – worden uitgestoten. Het is dus erg belangrijk om bij de start van het seizoen meteen alert te zijn op perenschurft en vroegtijdig te starten met spuiten”, zo benadrukt hij.

Veldproef in Conference

Om de bestrijdingsmogelijkheden van perenschurft wat preciezer te onderzoeken, heeft CAF het afgelopen seizoen een veldproef in Conference uitgevoerd. “Het ging om een perceel met een zeer hoge schurftdruk, met 59 procent aantasting op de bladeren en 80 procent op de vruchten. De hoeveelheid takschurft zat zelfs tegen de 100 procent. Het was dus wel de moeite waard om hier een flink aantal schema’s op los te laten”, aldus Vervoorn. In de proef zijn 10 verschillende preventieve, wekelijkse spuitschema’s naast elkaar gelegd – waaronder een aantal doorspuitschema’s met alleen captan, maar ook met een aantal andere middelen(combi’s) met werking tegen schurft.

Je pakt met twee keer Luna Care op het eind van de bloei het schimmelcomplex in één keer heel breed aan

Luna Care

Tijdens het seizoen is het bestrijdingsresultaat op de bladeren (22 juni) en op de vruchten (4 mei en 18 augustus) bepaald. De beste resultaten op de vruchten waren er bij de bespuiting met Luna Care, dat twee keer vanaf het eind van de bloei (in blokbespuiting) kan worden toegepast. Deze toepassing kwam – in een doorspuitschema – als enige iets boven de 50 procent schurftbestrijding uit. Volgens Vervoorn geeft dit allereerst aan dat het behoorlijk moeilijk is om bij een hoge druk in combinatie met takschurft een goed resultaat te halen met alleen preventieve middelen.

Daarnaast laat de proef zien dat Luna Care – met de werkzame stof fluopyram – een zeer goede werking heeft op zowel ascosporen als conidiën. Samen met de tweede werkzame stof – fosetyl-aluminium – biedt het middel ook nog eens een sterke duurwerking. “Het is dus vooral de combi van beide stoffen die het middel zo sterk maakt”, aldus de grootfruit-specialist. Hij benadrukt overigens dat Luna Care behalve op schurft ook een prima werking heeft op andere belangrijke schimmels zoals Stemphylium, Alternaria en meeldauw. “In feite pak je met twee keer Luna Care op het eind van de bloei het schimmelcomplex in één keer heel breed aan en ben je – in een cruciale fase van het seizoen – een week of drie heel goed beschermd.”

‘Luna Care heeft goede papieren’

Nog een extra ‘bonuspunt’ van Luna Care is dat de werkzame stof fosetyl-aluminium een bewezen effect op de plantweerbaarheid heeft en voor een betere knopaanleg in het volgende jaar zorgt. Vervoorn verwacht dat (middelen met) fosfonaten de komende jaren sowieso een steeds grotere rol gaan spelen binnen de gewasbescherming vanwege de directe en indirecte werking tegen schimmels. “Luna Care heeft wat dat betreft dus goede papieren voor de toekomst; mijn verwachting is dat het middel steeds breder zal worden toegepast”, zo besluit hij.

biedt telers in Nederland het grootste aanbod gewasbeschermingsmiddelen met een op de Nederlandse markt gerichte onderneming. Vanuit Hoofddorp is het bedrijf actief in het ontwikkelen, distribueren en adviseren van gewasbeschermingsmiddelen.  Meer informatie over Bayer CropScience  * Bayer CropScience levert als partner gesponsorde artikelen aan. De inhoud van deze artikelen valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid.

Meer over Bayer Cropscience

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin