In lopend onderzoek bij omwonenden van fruitteeltgebieden in Zuid-Gelderland wordt ook gekeken of gezinnen blootgesteld worden die honderden meters van een perceel wonen.
Omwonenden en fruittelers werken vrijwillig mee aan het onderzoek dat door de Universiteit Utrecht wordt uitgevoerd in opdracht van het RIVM. Dit Onderzoek Bestrijdingsmiddelen en Omwonenden (OBO) is een vervolg op onderzoek in de omgeving van bollenvelden, waar andere spuitmethodes met andere beschermingsstrategieën worden gebruikt dan in bollenvelden. De onderzoekers meten dit voorjaar zeven dagen lang de concentratie van gewasbeschermingsmiddelen in de lucht en in het huisstof. Dat vindt plaats vanaf het moment van toepassing van het middel. Ook buiten het spuitseizoen worden metingen gedaan.
Modellen aanpassen
De onderzoekers willen de praktijksituatie en de resultaten vergelijken met de uitkomsten van de modelberekeningen. Ze kunnen met deze metingen ook zien hoe bestrijdingsmiddelen zich verspreiden, bijvoorbeeld via de lucht en stof. Dit is kennis die nu nog niet beschikbaar is in gebieden met fruitpercelen en kan mogelijk ook bijdragen aan kennis voor onderbouwing voor spuitzones, waaraan wordt gewerkt. Dit maakt het straks ook mogelijk om voor andere delen van Nederland een goede inschatting te maken van de blootstelling aan bestrijdingsmiddelen.
Dit specifieke deel van het langjarige onderzoeksprogramma kijkt enkel naar de mogelijke blootstelling aan bestrijdingsmiddelen. Er kunnen geen uitspraak worden gedaan over mogelijke gezondheidseffecten op korte of langere termijn.
Effecten in brede zone merkbaar
Bij bespoten bollenvelden bleek een verband te bestaan tussen de afstand tot een bollenveld en de concentraties gewasbeschermingsmiddelen in de lucht en huisstof. Pas op grotere afstand (meer dan 250 meter) was de relatie het sterkst. Ook nu worden (mede) huizen onderzocht die op 500 meter van fruitpercelen afstand liggen. Er bestaan wel flinke verschillen in toepassing in beide teelten.
Het OBO-onderzoek kent een lange looptijd en bestaat uit tien werkpakketten. Zo wordt ook naar de risico’s voor telers gekeken en mogelijke gevolgen als de ziekte van Parkinson. Echter, de middelen die hiermee in verband zijn gebracht, zijn niet meer toegelaten op de Europese markt. Ook wordt in dit onderzoek gekeken of specifieke soorten kanker, COPD en astma vaker voorkomen bij omwonenden (kinderen) of mensen die lang in de buurt van fruitpercelen woonden. Ook leerprestaties van kinderen in de omgeving van fruitpercelen worden onderzocht op basisscholen in deze fruitgebieden.