Het is een feestje, maar de stemming is even grimmig. Een onbekende tafelgenote oordeelt op een betweterige toon wat ‘hip’ is, en wat niet. De term food is hip, tuinbouw niet. Biologisch is hip, net als streekproduct. En zo somt ze haar lijstje op. Het is duidelijk; zij is bezoekster van de culinaire en alternatieve marktjes. Het winkelschap bij Albert Heijn of Jumbo is ordinair. Ik erger me, meld dat ik geen zin heb om naar haar onzin te luisteren en sta op. Ik zie haar die avond niet meer.
Ik heb er moeite mee dat mensen zonder kennis van zaken oordelen. Met Greenpeace of Wakker Dier als enige referentie wordt de reguliere land- en tuinbouw in het beklaagdenbankje gezet. Vrienden en kennissen tekenen op Facebook petities voor een ‘gifvrije supermarkt’. Ik spreek hen er op aan, probeer ook dat andere verhaal te vertellen. Soms kan ik iemand overtuigen.