Na twee kletsnatte seizoenen, waarin de boomgaard soms eerder op een modderbad leek, krijgen biologische telers dit jaar eindelijk ademruimte.
Het Zuiden trapt af met de pluk van Conference, en vooral in het Zuidwesten was het rond de bloei uitzonderlijk droog. Dat scheelt: schurft zorgt nu voor duidelijk minder uitval. Ja, op sommige perenpercelen sluimert nog takschurft van vorig jaar, en de sporendruk is soms pittig. Toch blijft de schade relatief beperkt. Een nat jaar had waarschijnlijk een heel ander verhaal opgeleverd.
Vruchtschurft amper te vinden
Bij appels, zelfs bij gevoelige rassen als Jonagold en Elstar, is vruchtschurft amper te vinden. Maar een droog voorjaar betekent ook meestal meer druk van insecten. Op sommige plekken was het puzzelen om de schade binnen de perken te houden, maar grote drama’s bleven uit. Ook appelbloesemkever speelde op enkele percelen weer parten. Echter is de zetting over het algemeen uitstekend, waardoor appelbloesemkever relatief gezien weinig schade heeft aangericht op de betreffende percelen.
Een beurtjaar ligt op de loer
Sommige appelpercelen hangen zó vol dat een beurtjaar op de loer ligt. Een paar perenpercelen bloeiden mager en na de junirui resulteerde dit in te weinig peren. Toch is het totaalbeeld zonnig: er hangt een mooie oogst. Na twee lastige jaren is dat een verademing voor biologische appel- en perentelers.