Het ministerie van Economische Zaken onderzoekt of een richtsnoer geothermie nodig is om duidelijkere veiligheidsregels op te stellen bij de versnelling van geothermie.
Dat schrijft toezichthouder SodM in haar jaarplan 2024. Zelf ziet de toezichthouder knelpunten bij aardwarmteprojecten in dorpen, steden en wijken. “Het is belangrijk om knelpunten te inventariseren, onder andere door omwonenden actief te benaderen, en om de vergunningen zo op te stellen dat de risico’s op korte en lange termijn worden geminimaliseerd.”
SodM zag in 2023 bij een aantal inspecties dat zorgsystemen bij sommige geothermiebedrijven onvoldoende zijn doorgevoerd. Dat leidt tot een verhoogde kans is op milieu- en veiligheidsincidenten. Ook in 2024 zet SodM deze inspecties door om het inzicht bij de bedrijven te verbeteren waar dat nodig is.
In 2024 zal SodM geen toezicht houden op de financiële positie van aardwarmtebedrijven. Bedrijven moeten reserves hebben om ingrepen te kunnen betalen om lekkages te voorkomen of andere risico’s. In 2024 gaat SodM wel onderzoek doen naar effecten van lekkages bij geothermie.
Businesscase niet sterk genoeg
De grote opschaling van aardwarmte komt er vooralsnog niet. SodM observeert dat de businesscase voor geothermie nog steeds onvoldoende sterk is. Dat komt vooral door de huidige marktomstandigheden (hoge gasprijs) en subsidiestructuren, en complexe vergunningstrajecten. De veiligheidskaders, die het ministerie heeft ontwikkeld, zijn nog niet voldragen. SodM blijft bijdragen aan de verdere ontwikkeling hiervan, schrijft de dienst. Overigens zijn er op het terrein van aardwarmte ook nieuwe ontwikkelingen te zien, zoals bijvoorbeeld warmteopslag in oude mijninfrastructuur in Limburg.