Rabobank boekt opnieuw bijzonder goede resultaten over de eerste helft van 2025. De nettowinst over de eerste helft van het jaar bedraagt bijna € 2,7 miljard.
Dat is ruim € 100 miljoen minder dan in de eerste helft van vorig jaar, maar over heel 2024 boekte de bank dan ook een recordwinst. Met de cijfers over het eerste helft van dit jaar ligt de bank goed op koers om opnieuw hierbij in de buurt te komen. Rabobank-topman Stefaan Decraene sprak bij de presentatie van de halfjaarcijfers met enig gevoel van understatement over ‘zeer stabiele resultaten in een volatiele wereld’.
Tevreden met financiële positie
Tegelijk lieten zowel Decraene als financieel topman Bas Brouwers weten tevreden te zijn met de financiële positie van Rabobank. Doordat de bank geen aandeelhouders heeft, gaat de winst deels naar diverse activiteiten, zoals transitiefondsen en ondersteuning van lokale verenigingen. Verder wordt de winst toegevoegd aan het kapitaal van de bank.
Om dat laatste te becijferen, rekenen banken met een CET1-ratio, die laat zien hoeveel eigen vermogen er is ten opzichte van het totale risico dat de bank loopt. Rabobank streeft naar een CET1-ratio van boven de 14%. Eind juni 2025 bedroeg dit percentage 19,9%. Uitzonderlijk, aldus Decraene. De bank laat weten hiermee de middelen te hebben voor overnames als er iets op hun pad komt.
Kosten stegen iets bij Rabobank
De lichte daling in de nettowinst schrijft Rabobank toe aan lagere rentestanden. Het onderdeel Wholesale & Rural (waar Food&Agri een groot onderdeel van is) zou bij gelijkblijvende wisselkoersen een leningengroei van € 4,6 miljard tellen. Wisselkoersen hebben hier echter een negatief effect op, zo geeft de bank aan. De totale Wholesale & Rural-kredietportefeuille bedraagt € 128 miljard, waarvan € 78 miljard op Food&Agri.
De kosten van de bank stegen iets, met name door stijgende lonen. Wel krimpt de bank in personeel, met name op de afdeling die zich bezighoudt met het antiwitwasbeleid. De zogenoemde stroppenpot (de financiële reserve voor ingecalculeerde tegenvallers) is historisch laag, zo vertelde Decraene.
