Doorgaan naar artikel

Meer technieken kansrijk in SDE++

In de nieuwe SDE++ subsidieregeling wordt een betere verdeling tussen te stimuleren technieken nagestreefd.

Tijdens een recente bijeenkomst van de projectgroep Duurzame Warmte en Elektriciteit werden verschillende aspecten van de SDE++ subsidieregeling besproken. In september is er weer een openstellingsronde van die regeling. Nieuw is onder andere de geplande introductie van ‘hekjes’, waarbij er gedeeltelijk een opsplitsing komt in aparte subsidiepotjes voor een aantal te stimuleren ontwikkelingen.

Voorheen kwamen als eerste projecten aan bod die het efficiëntst CO2-besparing konden realiseren in verhouding tot de gesubsidieerde investering. Daardoor kregen bepaalde technieken nauwelijks kans, terwijl stimulering daarvan wel gewenst was. Zo vielen bijvoorbeeld aardwarmteprojecten makkelijk buiten de boot. Terwijl anderzijds veel geld werd toegekend aan CCS-projecten voor CO2-opslag, waarvan een groot deel achteraf niet uitgegeven is omdat projecten niet doorgingen. De nieuwe hekjes-methodiek maakt de subsidieregeling wel duurder per te realiseren hoeveelheid CO2-reductie, en moet ook netjes binnen Brusselse staatssteun-regels ingepast worden.

Correctiebedrag lastig te bepalen

Voor de glastuinbouw blijft een lastig aspect in de SDE++ regeling dat het bepalen van het correctiebedrag ten opzichte van de fossiele referentie heel moeilijk is. De prijs voor warmte is namelijk lastig vast te stellen en kan per project/bedrijf variëren. Verder wordt een gemiddeld jaarrond correctiebedrag vastgesteld, wat een mismatch kan veroorzaken met fluctuerende warmte-afnames over het jaar heen in de kassen, in combinatie met de gasprijzen die over het jaar heen sterk op en neer kunnen gaan.

Elektriciteit

Er is ook nog geen wkk-referentie, waarin ook de waarde van elektriciteit meegenomen wordt in de correctiebedragen. En voor zover daar al oriënterend aan gerekend is, zal dit bepaling van de onrendabele top op investeringen in duurzame energie nog complexer maken. Stroomprijzen fluctueren sterk, en netwerkkosten stijgen. Nog los van e-boilers, die hun rendement maken op de nog onvoorspelbaarder onbalansmarkt, wat het lastig maakt om het rendement ervan te berekenen.

Strengere indieningsvoorwaarden

Omdat in het verleden te regelmatig SDE++ subsidies aangevraagd werden voor projecten die uiteindelijk toch niet gerealiseerd bleken te worden, heeft uitvoeringsorganisatie RVO de indieningsvoorwaarden voor projecten strenger gemaakt. Dit vraagt van telers meer papierwerk. Een hoge drempel kan het moeizamer maken om verder te kunnen. Waar voorheen een subsidie-goedkeuring een goede basis kon zijn om mee naar een financier te stappen, is nu bijvoorbeeld vooraf al informatie over de financierbaarheid en haalbaarheid van het project nodig bij het indienen van de subsidie-aanvraag.

Regelingen gaan samen

Binnen de energiebesparingsplicht zijn teeltbedrijven verplicht energiemaatregelen te gaan nemen die binnen vijf jaar terug te verdienen zijn. Maar ook als dit zo is, mag er SDE++ subsidie voor aangevraagd worden. De energiebesparingsverplichting sluit benutting van SDE++ dus niet uit.

Oplopende kosten

Het rond kunnen rekenen van duurzame energieprojecten wordt lastiger. Tot nu toe was de rente laag. En tegen de tijd dat een project daadwerkelijk werd uitgevoerd, een aantal jaar na het verkrijgen van de subsidie, waren technieken inmiddels al goedkoper en technisch beter geworden. Maar met huidige oplopende rentes worden kosten juist hoger naarmate er tijd verstrijkt.

Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin