De overheid en toezichthouder SodM willen meer maatschappelijke factoren betrekken bij toekomstig beleid van aardwarmte. Over de relatie van aardwarmte met bevingen is meer bekend.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Economische Zaken en Klimaat (EZK) wil de effecten op burgers meer betrekken bij besluiten en adviezen over mijnbouw, zoals aardwarmte. Hij schrijft dat in een brief aan de Tweede Kamer. Zo moeten sociale wetenschapper betrokken worden bij adviezen en onderzoek over mijnbouw (en dus aardwarmte) van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM). Daarmee kan de ontwikkeling van de ondergrond beter gekoppeld worden aan maatschappelijke ontwikkelingen, schrijft hij.
Ontstaan van aardbevingen
Dat KEM speelde recent een rol bij onderzoek naar de relatie tussen aardbevingen en aardwarmte. Met name daar is een relatie tussen ondergrondse activiteiten en effecten op burgers. Het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) liet KEM recent uitzoeken hoe de toepassing van geothermie de kans op het ontstaan van aardbevingen beïnvloedt. Het betrof een literatuurstudie. De uitkomsten leiden mogelijk tot extra eisen en kosten bij nieuwe projecten.
Risico-analyse uitvoeren
De belangrijkste aanbeveling is namelijk om voor elke locatie voor een geothermieproject een risicoanalyse voor aardbevingen uit te voeren. Als deze analyse een verhoogd seismisch risico laat zien, dan wordt aanbevolen goed te onderzoek via modellen wat de beste locaties voor de putten zijn.
Verder volgt uit het onderzoek een advies om tijdens de aardwarmteproductie via een lokaal seismisch netwerk de eventuele aardbevingen te meten. Als de gemeten aardbevingen vooraf bepaalde limieten overschrijden, wordt aanbevolen om in te grijpen door de injectiesnelheid of -druk te verlagen of de injectietemperatuur te verhogen. Het onderzoek laat ook zien dat afkoeling door koud water injectie een breuk in diepe ondergrondse aardplaten instabieler kan maken. Bij winningsplannen voor aardwarmteprojecten wordt daar nu overigens al vaak naar gekeken.