Teelttechnisch loopt de slateelt bij René Karremans in Oud-Gastel naar tevredenheid. Ook komt de oogst redelijk overeen met het geplande schema. De Zendria oogst hij op 41 en 45 kilo.
“Wel kun je merken dat de dagen echt korter en kouder worden. Het gewas wordt niet echt zwakker, al zie je dat het minder licht krijgt. Je komt een geel blaadje meer tegen, maar de sla is niet zwak aan de onderkant.” In situaties zoals in week 40, met heel regenachtig en vochtig weer, wordt het wel gevaarlijker in combinatie met de best langere nachten. “Dan is het oppassen geblazen voor meeldauw.” Ziektes en plagen veroorzaken nauwelijks problemen. “Een tijdje geleden moesten we oppassen voor rupsen. maar dat is nu weer voorbij.
Keer extra nadenken
Water geven gebeurt vrij rustig. “Je denkt toch een keer extra na voordat je gaat gieten. De verdamping is rond deze tijd ook een stuk minder.” Voor elke planting wordt een grondmonster getrokken, om aan de hand daarvan te bemesten. “We kijken nu vooral kritischer naar de kalicijfers, in verband met de kans op glazigheid in het najaar.” Hij probeert een beetje af te luchten. Stoken doet hij niet. “Je wilt de grondtemperatuur langzaam beheersbaar maken. Daarom zijn we blij met de wat koudere nachten. Je hebt niet die extreme warmte van vorig jaar.” De maximum raamstand heeft hij wel iets verkleind, met oog op nadelige invloeden bij hardere wind. Om al het beschikbare licht binnen te krijgen, wast Karremans het kasdek. Eerst inspuiten met een rugspuit en dan afspuiten met schoon water.
