Zo druk als Nederland zich de laatste twee jaar maakt over migratie en arbeidsmigranten, zo lauw ging het eraan 11 september toe tijdens een debat in de Tweede Kamer hierover.
Donderdag maakte VVD’er Mariëlle Paul haar debuut als minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in een commissiedebat over arbeidsmigratie. Ze vond slechts vier Kamerleden tegenover zich, van de partijen D66, GroenLinks/PvdA, VVD en NSC. Minister Paul was tot het opstappen van de NSC-bewindslieden staatssecretaris van onderwijs. Als opvolger van SZW-minister Eddy van Hijum gaat ze verder op de lijn van Van Hijum.
Dat is ook niet zo raar. Het beleid rond arbeidsmigranten is immers al sinds de coronatijd iets waar Kamerbreed grote consensus over is: misstanden in het omgaan met internationale medewerkers moeten aangepakt. Tegelijk moet er oog zijn voor de maatschappelijke druk die hun grote aantal veroorzaakt qua wonen en zorg.
Extra haast achter WTTA
Daarom was iedereen in het commissiedebat het erover eens dat de nieuwe uitzendwet WTTA er zo snel mogelijk moeten komen. In de zitting werd bekend dat de Eerste Kamer deze wet op 7 oktober gaat behandelen. Zo komt er mogelijk al vanaf 2027 een einde aan het enorme aantal van 8.000 tot 10.000 bureautjes die zich onttrekken aan certificering of zelfregulering. Die getallen komen uit een recent bericht van de Stichting Naleving Cao Uitzendkrachten. ‘Een groot risico’, volgens de vakbonden en de branche zelf, maar ook volgens bijvoorbeeld Glastuinbouw Nederland. Deze organisatie ziet de WTTA liever vandaag dan morgen van kracht worden.
Centrale sturing op huisvesting
Glastuinbouw Nederland liet voorafgaand aan het commissiedebat weten dat de overheid daarbij dan ook zou moeten zorgen voor centrale sturing op huisvesting. Zo lopen initiatieven niet vast in vergunningentrajecten, is er structurele steun voor innovatie en robotisering en komt er een beleid dat werken laat lonen. Op die manier kunnen meer mensen duurzaam instromen op de arbeidsmarkt.
Dit zijn vast en zeker allemaal zaken waar een meerderheid in deze, maar ook straks in de nieuwe Tweede Kamer voor zal zijn. Enig verschil van mening zal er hooguit zijn over de bedragen die een nieuw kabinet voor bijvoorbeeld robotisering wil uittrekken.
Hogere loongrens voor kennismigrantenregeling
Nu al een bron van enig gehakketak is het kabinetsplan om de salarisgrens voor de kennismigrantenregeling omhoog bij te stellen. Minister Paul volgt de door NSC’er Van Hijum ingezette lijn met een hogere loongrens. Die kan snel een rem zetten op het halen van mensen van buiten de EU voor wat in de praktijk niet altijd daadwerkelijk kenniswerk is. Door die hogere loongrens echter zouden we met een snel oplopend tekort aan technisch gekwalificeerde vakkrachten op mbo-niveau komen te zitten, waarschuwt het bedrijfsleven. D66 en VVD blijken gevoelig te zijn voor die vrees.
Principieel debat essentiële beroepen en sectoren
Die vrees maakt deel uit van de discussie over de beroepen en sectoren waarvoor we koste wat kost geen personeelstekort willen laten ontstaan – ook al betekent dat het halen van mensen van over de grens. En dat is dan weer een discussie die minister Paul toch meer iets vindt voor een nieuwe Tweede Kamer en een nieuw kabinet.
Hoe afwezige partijen als CDA, BBB en PVV in dát debat rond arbeidsmigranten en kennismigranten staan, dat konden we vandaag niet horen. En ook al is die vraag ‘wat voor economie willen we zijn?’ best vatbaar voor een diep inhoudelijk en op politieke principes gericht debat, toch zullen we er ook tijdens de verkiezingscampagne vermoedelijk niet veel wijzer over worden.