Doorgaan naar artikel

Introductie monitoringsprotocol natuurlijke vijanden

Het CLM heeft een monitoringsprotocol ontwikkeld waarmee eenvoudig soortgroepen van bestuivers en natuurlijke vijanden te detecteren zijn.

Insecten op soortnaam herkennen, is alleen weggelegd voor specialisten. Daarom heeft het CLM het door EIS (kenniscentrum insecten en andere ongewervelden) ontwikkelde protocol uitgebreid naar soortgroepen, die gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Na een korte training en met ondersteuning van CLM kunnen ook niet-specialisten verschillende insectengroepen van elkaar onderscheiden.

Meerjarige akkerranden

Vrijwilligers die monitoren voor het GLB-project Akkerbelt hebben de training gevolgd en zijn in staat om onder andere hommels, solitaire bijen, bijvliegen, pendelvliegen, menuetzweefvliegen, langlijfjes, bandzweefvliegen, kommazweefvliegen, snor-zweefvliegen en platvoetjes van elkaar te onderscheiden. Bij het monitoren en detecteren bleek ook dat de hoogste aantallen en meeste soortgroepen in de meerjarige akkerranden te vinden zijn. Het bloemaanbod en de tijd van het jaar zijn een goede indicator voor de soortgroepen die worden aangetroffen.

Monitoring in gewas

Het CLM wil volgend jaar binnen het project ook in de gewassen zelf gaan monitoren, en dan zowel de plaaginsecten (bijvoorbeeld bladluis) als de bestuivers en natuurlijke vijanden detecteren. Op die manier zien de deelnemende agrariërs en andere betrokkenen wat de bijdrage van deze insecten is aan de natuurlijke plaagbestrijding in gewassen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin