Doorgaan naar artikel

‘Insectenbeheersing in spruiten wordt een steeds grotere opgave’

Afbeelding
Bayer Cropscience

toonaangevend en innovatief in gewasbescherming, biotechnologie en zaaizaden

Aardvlooien, melige koolluis, koolvlieg, koolwittevlieg, koolmot, trips… De lijst van schadelijke insecten in spruiten is lang. Het merendeel daarvan krijgt ook nog eens steeds meer speelruimte binnen de teelt. Jan Herbert uit Zeewolde (Fl.) maakt zich daar grote zorgen over. “Jaar op jaar vallen er middelen weg en daar krijgen we geen goede vervanger meer voor terug. Dat gaat absoluut een keer fout. Daar kun je op wachten”, zo stelt hij.

Vooral aardvlooien zijn dit jaar al vroeg en behoorlijk massaal aanwezig in de spruiten. “Met name de kleine gestreepte aardvlo neemt de laatste jaren sterk toe. Deze soort kan zich zeer snel vermeerderen; sneller dan andere aardvlosoorten”, zo weet adviseur Cok van der Maarl van Agrifirm.

Een van de oorzaken zijn volgens hem de ‘groene bruggen’, ofwel de groenbemesters die de hele winter overstaan. Die bieden een mooie schuilplaats voor deze insecten, waarna ze in het voorjaar alle kans krijgen om vroeg toe te slaan. De meeste schade is er in biologische geteelde spruiten, zo weet Herbert – die zelf ook enkele tientallen hectares biologische spruitkool verbouwt. “Vooral in augustus en september kunnen die beestjes grote schade aanrichten aan de spruiten. Dan ben je zo maar 5 tot 6 ton van je product kwijt”, zo weet hij uit ervaring.

Hoewel er verschillende proeven lopen met aaltjes en andere biologische middelen tegen aardvlooien, ziet Herbert nog geen maatregel die het probleem afdoende tackelt. “Als het niet lukt om op korte termijn een oplossing hiertegen vinden, dan kunnen we hier wel stoppen met de biologische spruitenteelt”, zo geeft hij de gevolgen weer.

spruiten
Aardvlooien vreten kleine gaten en gangen in het blad.

Met pyrethroïden terug bij af

In de gangbare teelt is al vroeg in het seizoen – zo rond half mei – met een pyrethroïde gespoten. Volgens Van der Maarl is dit niet echt een wenselijke situatie, maar met het verdwijnen van de zaadcoating (neonicotinoïden) is dit de enige mogelijkheid om aardvlooien vroeg aan te pakken. “En zelfs dán moet je het ook nog heel precies doen, want aardvlooien zitten onderin het gewas en zijn daardoor moeilijk te raken”, zo weet hij ondertussen uit ervaring.

Volgens Herbert voelt het gebruik van pyrethroïden als ‘terug bij af’. “Door die zaadcoating hebben we jarenlang geen pyrethroïden meer gebruikt. Maar nu kunnen we niet anders. We weten dat we de natuur hiermee geen dienst bewijzen. Maar als je niets doet, krijg je onherroepelijk schade aan de spruiten en dat accepteren de afnemers gewoon niet”, zo laat hij nog maar eens duidelijk weten.

Een lichtpuntje in dit kader is de toelating van Sivanto Prime in de koolteelt. Behalve een goede werking tegen melige koolluis, heeft dit middel ook een werking op aardvlooien (en een nevenwerking op koolwittevlieg en trips). “Met de inzet van Sivanto Prime tegen melige koolluis kunnen we de aardvlooien dus nog een keer flink de kop indrukken. Hopelijk is dat genoeg om schade te voorkomen. Hoe dan ook blijven de aardvlooien een behoorlijk kopzorg voor de spruitenteelt‘’, zo schetst Van der Maarl de lastige situatie.

Melige koolluis later dan normaal in spruiten

Ook de melige koolluis zorg voor veel kopzorgen binnen de teelt. “Een kleine meevaller is dat dit insect zich dit seizoen een week of twee, drie later laat zien dan normaal. Maar dan nog hebben we alle beschikbare middelen nodig om deze plaag beheersbaar te houden” , zo stelt de adviseur. Door het wegevallen van twee belangrijke middelen (Closer en Sequoai) zijn voor dit seizoen alleen nog Batavia/Movento en Sivanto Prime beschikbaar als voldoende krachtige middelen tegen melige koolluis. Omdat er met deze middelen samen maximaal 3 bespuitingen uitgevoerd mogen worden, luisteren de spuitomstandigheden en het spuitmoment extra nauw. “We kunnen ons met deze middelen geen missers permitteren, want dan hebben we simpelweg geen alternatief meer. Daar komt bij dat er op korte termijn geen nieuwe chemische middelen in de pijplijn zitten; we zullen dus heel zuinig moeten zijn op wat we nog hebben‘’, zo benadrukt hij nog maar eens.

Gevraagd naar de perspectieven voor middelen met een lage milieu-impact (groene middelen), trekt de adviseur een zuinig gezicht. “Ze zijn er wel, maar de resultaten vallen eerlijk gezegd niet altijd mee. Toch moeten we ze nu alle kans geven, want over een aantal jaren zullen we er waarschijnlijk mee móeten werken.”

spruiten
Melige koolluis veroorzaakt een paarsachtige verkleuring en vergroeiing van het jongste blad.

Onderzoek op Spruitkoolplatform

Mede om die reden is er op het Spruitkoolplatform (een samenwerkingsverband tussen telers en bedrijfsleven voor kennisontwikkeling in de spuitkoolteelt) dit jaar veel aandacht voor de spuittechniek. “Bij middelen met een lage milieu-impact is het heel belangrijk dat het plaaginsect goed geraakt wordt. Vooral in spruitkool is dat lastig omdat de insecten vaak diep verscholen zitten in de planten. Daar komt bij dat spruitkool een moeilijk indringbaar gewas is. Dit seizoen bekijken we onder meer of we betere resultaten kunnen realiseren bij gebruik van andere technieken, zoals een sleepdoek of droplegs. Hopelijk komen we daar weer iets mee vooruit.”

Herbert kijkt vooral zorgelijk wanneer het over de inzet LMI-middelen gaat. “Als we ook maar enigszins het idee hebben dat we met deze middelen iets kunnen bereiken, dan zijn wij de eersten die het toepassen. Maar de praktijk heeft tot dusver geleerd dat er voor wat betreft de insectenbestrijding nog geen groene oplossingen zijn. Zonder chemie zullen we hoe dan ook in moeten leveren aan kwaliteit. Maar accepteert de retail dat wel? Ik zie gewoon een heleboel problemen op ons afkomen. En met mij veel collega’s. Niet voor niets zijn er dit jaar weer een handvol spruitentelers gestopt. Dat heeft zeker ook te maken met de zorgelijke situatie rondom de insectenbestrijding.”

‘Niet alleen maar kommer en kwel’

Hoewel Herbert het lastig vindt om optimistisch te blijven, blijft hij vooruitkijken en meezoeken naar oplossingen. Verder probeert hij zijn gewassen zo goed mogelijk aan de groei te houden, want ook dát blijft een hele belangrijke maatregel om schade door insecten binnen de perken te houden. “Weet je, ik zit nu 40 jaar in de spruiten. Elk jaar is anders en nog elk jaar leer ik weer wat bij. Verder hebben we een hele gemotiveerde groep medewerkers; dat alles motiveert me enorm om door te gaan! Het is dus niet alleen maar kommer en kwel in de spruitenteelt; daarvoor is het vak gewoon veel te mooi.”

biedt telers in Nederland het grootste aanbod gewasbeschermingsmiddelen met een op de Nederlandse markt gerichte onderneming. Vanuit Hoofddorp is het bedrijf actief in het ontwikkelen, distribueren en adviseren van gewasbeschermingsmiddelen.  Meer informatie over Bayer CropScience  * Bayer CropScience levert als partner gesponsorde artikelen aan. De inhoud van deze artikelen valt buiten de redactionele verantwoordelijkheid.

Meer over Bayer Cropscience

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin