Vergelijk het voorjaar van 2024 met dat van 2025 en je ziet een wereld van verschil.
Het zonnige voorjaar van dit jaar heeft duidelijk zijn stempel gedrukt op de productie. Zo zijn er doordragerplantingen die tot het moment van schrijven al meer dan 10 kg/m² opgeleverd hebben. Ook bij sommige Elsanta-doorteelten zien we productiecijfers zoals we die al even niet meer gezien hadden.
Verschillen tussen planttypes en rassen
In ons onderzoek vallen de verschillen tussen planttypes en rassen dit voorjaar extra op. De cijfers tonen vooral aan hoeveel potentie er nog altijd in de aardbeienteelt zit. Maar hoe realiseren we zulke resultaten elk jaar opnieuw?
De basis ligt bij de opkweek. Het plantmateriaal vormt het fundament van de teelt. Denk aan rassen die vroeg generatief worden — dat biedt kansen, mits de teler erin slaagt die potentie volledig te benutten. De balans tussen vegetatief en generatief blijft daarin cruciaal. Maar de natuur werkt niet altijd mee. Donkere dagen, zoals in april dit jaar, zetten die balans onder druk.
Het plantmateriaal vormt het fundament van de teelt
Juist daar ligt de uitdaging: hoe stemmen we techniek, kennis en plantmateriaal zo af dat we ook onder minder ideale omstandigheden blijven presteren? Voor de teler betekent dat leren van de twee uiterste voorjaren. Voor het onderzoek ligt de taak in het vinden van het juiste planttype én de bijpassende klimaatsturing voor een robuust teeltplan. Alleen dan kunnen we structureel toewerken naar het volle potentieel van de aardbeienteelt.
