Het opnieuw invoeren van rode diesel voor de agrarische sector is als beleidsinstrument ongeschikt. De uitvoerbaarheid is complex en het frauderisico hoog.
Dat concluderen onderzoekers van Ecorys in een onderzoek in opdracht van het ministerie van Financiën. Het demissionaire kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord afgesproken om rode diesel – of een alternatief – opnieuw in te voeren. Doel is om de brandstofkosten voor de landbouw te verlagen. Dit stond nadrukkelijk op het wensenlijstje van BBB.
Handhaving lastig bij loonwerkers
Volgens de onderzoekers is herinvoer van rode diesel, met een lager accijns dan reguliere diesel, niet uitvoerbaar. De gecombineerde inzet van voertuigen voor landbouw- en niet-landbouwactiviteiten belemmert effectieve handhaving. Loonwerkers zouden dan aparte voertuigen moeten aanschaffen voor niet-agrarische werkzaamheden, waar nooit rode diesel in is getankt. Anders is het niet te controleren. Bovendien is het voor controleurs lastiger geworden om te handhaven door nieuwe brandstofbeveiliging in voertuigen. In de sector ontbreekt ook breed draagvlak voor herinvoer van rode diesel.
Subsidie mogelijk alternatief
Alternatieven zoals een accijnsteruggave of subsidie zijn ook onderzocht. Ecorys concludeert dat accijnsteruggave niet optimaal is vanwege de complexe uitvoerbaarheid en fraudegevoeligheid. Een subsidieregeling is volgens het bureau beter uitvoerbaar. Wel moet nog juridisch en technisch onderzocht worden of dit binnen de staatssteunregels past. De financiële tegemoetkoming varieert tussen €1.600 en €2.300 per bedrijf, afhankelijk van sector en bedrijfstype.
In een brief aan de Tweede Kamer neemt staatssecretaris Tjibbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) geen politiek besluit over de te kiezen route.
