De kersenteelt koerst af op een goed jaar. Problemen met de Suzuki fruitvlieg zijn in de hand gehouden door netten en bespuitingen met middelen als Tracer.
Het Radio 1 journaal maakte maandag 28 juli een rondgang langs twee kersenbedrijven in buurdorpen Beusichem en Zoelmond. De telers blikken terug op de oogst en het belang van middelen als Tracer. Dat middel kwam in de belangstelling omdat de NVWA adviseerde het gebruik niet meer toe te staan. De minister nam dat advies niet over.
Bij Kersen & theetuin Molenweg is de oogst goed gelukt, maar wordt nog Regina geplukt, zegt teler Marius van Beusichem. “Het is heel goed gelukt dit jaar. We hebben Tracer ingezet. Het is belangrijk om vooral schoon te beginnen, want als je het vliegje eenmaal in je boomgaard hebt, blijf je het niet meer voor. We zijn nu bezig met het ras Regina. Deze kersen zijn bespoten. Als we dat niet meer kunnen, wordt het een hele puzzel om de teelt rond te krijgen.” Het bedrijf zet ook alternatieven in.
Late rassen niet mogelijk biologisch
Op drie kilometer afstand ligt biologisch teeltbedrijf De Lindegaard. Daar is de oogst net binnen. Het bedrijf teelt alleen vroege rassen. Teler Jacqueline de Dansschutter weet dat late rassen bijna niet mogelijk zijn voor biologische telers. “We proberen ervoor te zorgen dat we het beestje voorblijven. We proberen kersen zo vroeg mogelijk te oogsten. Bij biologische teelt is het eigenlijk niet mogelijk late kersenrassen te telen. Er zijn wel middelen toegelaten, ook voor biologisch, maar die zijn niet specifiek op de Suzuki fruitvlieg gericht. Je raakt er ook andere beesten ermee. De enige manier is om er een soort kas omheen te bouwen.”
Toch is het middel Tracer voor De Dansschutter goed om achter de hand te houden. “Als we het niet kunnen gebruiken, kan de oogst verloren raken. We hebben ook pruimen erachteraan, dus dan zijn zij aan de beurt.”
Beter voorspellen
Johan Sonneveld, kersenadviseur bij Fruitconsult, relativeert het effect van het middel Tracer op de bijenpopulatie; zeker als het gebruikt wordt op bomen onder netten, vliegen er geen bijen. Het middel is hard nodig, stelt hij. De sector is bezig met onderzoek om het gebruik te beperken, bijvoorbeeld door de populatie beter te voorspellen. “Met warm weer is het vliegje minder actief. Daar kun je de bespuitingen op afstemmen en zo minder spuiten. Een stap verder is biologische bestrijding, door mogelijk sluipwespen uit te zetten. Er wordt ook gekeken naar het uitzetten van steriele vliegen.”
