De tuinbouw in Duitsland vreest dat teeltbedrijven stoppen of verplaatsen naar het buitenland nu er geen uitzondering mogelijk is op het minimumloon. Wel is de sector blij dat het Duitse ministerie van landbouw stappen gaat zetten voor meer toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen.
Seizoenswerkers in de tuinbouw in Duitsland kunnen niet vrijgesteld worden van het minimumloon. Dat stelt de Duitse overheid na onderzoek. De tuinbouworganisatie wil daarom andere afspraken maken met de overheid om voldoende goedkope arbeid beschikbaar te hebben. Zonder extra maatregelen voor betaalbare arbeid dreigen bedrijven te stoppen of te verplaatsen naar het buitenland.
Seizoensarbeiders van buiten EU halen
Zo wil telersorganisatie Zentrallverband Gartenbau (ZVG) dat Duitsland met landen buiten de EU afspraken gaat maken over tewerkstellingsvergunningen voor seizoenarbeiders.
Ook wil de telersorganisatie dat de 70-dagenregeling wordt verbeterd, waarbij telers voor personeel minder of geen sociale lasten hoeven af te dragen. De regeling leidt soms tot forse naheffingen aan telers. Dat risico kunnen bedrijven niet dragen.
Duitse toelatingen middelen ook van belang voor Nederland
Het ministerie van landbouw verzekert telers in Duitsland wel dat het verbeteringen zal aanbrengen in de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen. Deze mededeling kan voor Nederlandse bedrijven ook goed nieuws zijn omdat toelatingsonderzoek voor Europese regio’s gezamenlijk gelden. Afhankelijk van de Duitse maatregelen kan dat ook in Nederland tot versnelling van toelatingen leiden.
“De beschikbaarheid van effectieve gewasbeschermingsmiddelen in de tuinbouw neemt gestaag af – de situatie is nu al dramatisch voor veel speciale gewassen”, zegt ZVG-adjunct-secretaris-generaal Hans Joachim Brinkjans. Hierdoor kan de zelfvoorzieningsgraad van de Duitse teelt in Duitsland verder dalen.